les 3 en 4 Medicatie

Medicatie

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Medicatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen:
Na deze les kun je:
  • Benoemen wie welke verantwoordelijkheid heeft bij medicijnen
  • In eigen woorden de regel van 6 benoemen
  • Bewaren van medicatie
  • Vormen van medicatie
  • Medicatiegroepen
  • MIK-formulier
  • Begrippenlijst

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?
A
Alle zorgverleners
B
Familie
C
De apotheek
D
De arts

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie mag wijzigingen in baxterzakjes uitvoeren?
A
De familie
B
De apotheek
C
De verzorgende
D
De klant zelf

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een zorgvrager geestelijk en lichamelijk afhankelijk is van een medicijn dan is er sprake van...
A
complicatie
B
interactie
C
gewenning
D
verslaving

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
complicatie
B
interactie
C
allergie
D
capsule

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie evalueert de werking van de medicatie met de klant
A
De apotheek
B
De arts
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicijnen het meest door ouderen worden geslikt
  • Antitrombotica 54%
  • Bètablokkers 46%
  • Cholesterolverlagers 44%
  • Maagzuurremmers 42%
  • ACE-remmers 29%
  • NSAID’s 27% 
  • Corticosteroïden 21% 
  • Laxantia 20%
Hypnotica en sedativa 20%
Orale bloedglucoseverlagende middelen 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
- Maken studiewijzer Activiteit 7 en 9

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 17 - Diapositive

juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm, juiste datum
Stappenplan medicatie toedienen
  1. Het juiste medicijn
  2. De juiste cliënt
  3. Het juiste tijdstip
  4. De juiste manier van toediening
  5. De juiste dosis

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewaren van medicatie
Houdbaarheidseisen (gekoeld, droog)
Houdbaarheidsdatum
Beheer (medicijnkast)
Ongebruikte medicatie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mik Melding

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
  1. Indicatie
  2. Contra-indicatie
  3. Algemene of plaatselijke werking
  4. Doel van medicatie: Curatief, symptoombestrijding, substitutie, preventie, het stellen van een diagnose
  5. Dosering

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taken verpleegkundige
1. afspraken maken met de cliënt over welke ondersteuning
2. uitzetten medicijnen
3. aanreiken en/of toedienen van de medicijnen
4. registreren en aftekenen van de medicijnen
7. signaleren van knelpunten
8. evaluatie van de behandeling samen met de arts en cliënt

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
- Verder met Activiteit 3 tm6

- Maken Activiteit 8

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions