eenheden
Wat betekent centi?
A
1/1000
B
1/10
C
100
D
1/100
1 / 21
Éléments de cette leçon
Wat betekent centi?
A
1/1000
B
1/10
C
100
D
1/100
Slide 1 - Quiz
Hieronder staan 2 eenheden en 2 grootheden. Kies een eenheid!
A
Afstand
B
Kilometer
C
Massa
D
Kilogram
Slide 2 - Quiz
Wat betekend Hecto?
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 3 - Quiz
cm3
dm2
inhoud
oppervlakte
informatie
liter
Hm
TB
Bite
Slide 4 - Question de remorquage
lengte
gewicht
tijd
m
sec
dg
dam
eeuw
kg
Slide 5 - Question de remorquage
Hoe groot is de breedte van de school ongeveer?
A
0,5 m
B
0,5 dam
C
0,5 hm
D
0,5 km
Slide 6 - Quiz
Hoeveel cm is 2,4 m?
A
2 400 cm
B
240 cm
C
24 cm
D
2,4 cm
Slide 7 - Quiz
Hoe groot is de afstand vanaf het VIA naar de stadsbrug ongeveer?
A
30 m
B
30 dam
C
30 hm
D
30 km
Slide 8 - Quiz
Hoeveel cm² passen er in een m²?
A
100
B
1 000
C
10 000
D
100 000
Slide 9 - Quiz
Hoeveel liter is 400 mL?
A
40
B
4
C
0,4
D
0,04
Slide 10 - Quiz
Hoeveel liter is 50 cL?
A
500
B
50
C
5
D
0,5
Slide 11 - Quiz
Hoeveel cL is 0,5 dL?
A
500
B
50
C
5
D
0,5
Slide 12 - Quiz
Hoeveel m³ is 500 dm³?
A
50
B
5
C
0,5
D
0,05
Slide 13 - Quiz
Hoeveel dL is 48 dm³?
A
4 800
B
480
C
48
D
4,8
Slide 14 - Quiz
Hoeveel m³ is 20 000 cc?
A
2
B
0,2
C
0,02
D
0,002
Slide 15 - Quiz
Hoeveel cc is 2,3 cL?
A
2 300
B
230
C
23
D
2,3
Slide 16 - Quiz
Hoeveel dm³ is 15,2 cL?
Slide 17 - Question ouverte
Een grootheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 18 - Quiz
Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 19 - Quiz
Een grootheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 20 - Quiz
Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
