de fiets

1 / 15
suivant
Slide 1: Vidéo
VerkeerSpeciaal OnderwijsLeerroute 5Leerroute 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Als je gaat fietsen moet je ....
A
rem het doen.
B
eerst je fiets poetsen.

Slide 2 - Quiz

Als het donker wordt doe je .....
A
een jas aan.
B
je licht aan.

Slide 3 - Quiz

Je licht werkt op met een.....
A
draadje
B
dynamo

Slide 4 - Quiz

De trappers hebben mooie oranje lichtjes, deze heten
A
lampjes
B
reflectoren

Slide 5 - Quiz

De reflectoren zitten op je fiets
A
voor de versiering
B
zodat auto's jou in het donker kunnen zien.

Slide 6 - Quiz

Moet je een bel op je fiets hebben?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

De bel op je fiets zit erop om .....
A
leuke mee te spelen.
B
andere weggebruikers te waarschuwen bij gevaar.

Slide 8 - Quiz

Mag de jongen op de fiets doorrijden?

Slide 9 - Diapositive

Mag de jongen op de fiets doorrijden?
A
nee
B
ja

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Ga je op straat fietsen, fiets dan altijd aan de ....
A
linkerkant
B
rechterkant

Slide 12 - Quiz

Als het donker is doe je het licht van je fiets aan.
A
omdat dat er mooi uit ziet.
B
omdat de auto's jou goed kunnen zien.

Slide 13 - Quiz

Je licht aan doen als je gaat fietsen is belangrijk
A
zo kan iedereen jou beter zien
B
je kunt zelf goed zien waar je fiets

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo