Dinsdag 15-04

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welkom klas 4E

Mededelingen

niet door.

Absentie: 

Vragen:

Goedemorgen allemaal

Fijn om jullie allemaal weer te zien!

dinsdag

15-04-2025

8:30 incheck

8:50 Rekenen

9:30 Nederlands

10:00 pauze

13:00 kies: Burgerschap Poster

13:45 Presentatie - Huiswerkuur

12:45 Burgerschap: Kies Hoofdstuk 4

13:45 

Portfolio - Zelfstandig werken weektaak

Typen/afmaken 

Thema Oase:

Tekst

Inoefenen rekenen

4 op de 9 leerlingen zijn ziek. In de klas zitten 36 leerlingen.

Hoeveel leerlingen zijn er ziek?

In een hotel zijn 9 van de 27 kamers eenpersoonskamers.

Vereenvoudig de verhouding zo ver mogelijk

Wat is
' de fauna' ?

Wat is
' het ecoduct'

Wat is
' het zoogdier' ?

In de lente ...... wij de vlinderstruik, zodat er in de zomer weer nieuwe jonge takken kunnen groeien.

1. kweken
2. verwaarlozen
3. fokken
4. snoeien

De tijger is een ...... dier en komt alleen voor in Azië.

1. plantaardig
2. zeldzaam
3. exotisch

Omdat wij in de stad wonen, vinden wij het heerlijk om af en toe wandelingen in de ..... te maken.

1. leefgebied
2. begroeiing
3. natuur
4. dierenasiel

Zinsdelen: Goed of fout?
Ik / ga/ een opleiding / volgen/ aan het/ Groene Hart College.

1. goed
2. fout

Wat is het onderwerp in deze zin?
In de tuin groeit veel onkruid.

Schrijf het onderwerp en de persoonsvorm op:

Laika was een Russisch hondje.

Zinsdelen: goed of fout?
Met een goede zaag/ hebben/ wij /de berk /omgezaagd.

1. goed
2. fout

Schrijf de persoonsvorm op.

Ik maak in de herfst graag een strandwandeling.

Wat zijn de juiste werkwoordsvormen:
Snoeien

1. Ik snoei - Ik snoeide- Ik heb gesnoeit
2. Ik snoei - Ik snoeide- Ik heb gesnoeid
3. Ik snoei - Ik snoeite - Ik heb gesnoeit
4. Ik snoei - ik snaai - Ik heb gesnaaid.

Wat zijn de juiste werkwoordsvormen:
Knippen

1. Ik knip - Ik knipte - Ik heb geknipt
2. Ik knip - Ik knipde - Ik heb geknipd.
3. Ik knip - Ik knap - Ik ben knap.
4. Ik knip - Ik kniep - Ik heb gekniept.

Schrijf de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd op van het werkwoord:
verzorgen. (begin telkens met Ik ....)

Schrijf de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd op van het werkwoord:
zagen. (begin telkens met Ik ....)

De titel van een tekst geeft vaak een hoofdonderwerp van de tekst aan.

1. waar
2. niet waar

Een deelonderwerp van een tekst heeft niet per se met het hoofdonderwerp te maken.

1. waar
2. niet waar

De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste boodschap van de tekst

1. waar
2. niet waar

sms aan een vriendin

1. formeel
2. informeel

mail aan een nieuwe docent

1. formeel
2. informeel

Voor het schrijven van een formele brief bestaat een vast indeling. Uit welke 7 onderdelen bestaat deze vaste indeling?

Welk cijfer denk je te gaan halen op de toets?

010