Wat zijn vitale functies?

Vitale functies
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vitale functies

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je weet wat vitale functies zijn.
  • Je begrijpt de opbouw van de ABCDE methode.
  • Je kunt de ademhaling tellen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

ABCDE
A= Airway -> luchtweg vrij
B= Breathing -> ademhaling
C= Circulation -> circulatie
D= Disability -> bewustzijn
E= Exposure / secondary survey -> Temperatuur

Slide 4 - Diapositive

De vitale functies zijn:
A
ademhaling--circulatie--bewustzijn--luchtweg--temperatuur
B
ademhaling--circulatie--bewustzijn
C
airway--breathing--circulation--disability--exposure
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

De vitale functies zijn belangrijk om
A
De veiligheid van de patiënt te waarborgen
B
Complicaties te kunnen voorkomen
C
Inzichtelijk te maken hoe het met de patiënt gaat
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Vitale functies
Bewustzijn
(Disability)
Ademhaling
(Breathing)
Circulatie
(Circulation)
Temperatuur
(Exposure)
Luchtweg
(Airway)

Slide 8 - Diapositive



  1. Ademweg vrij? Ja/Nee
  2. Normale ademhaling
  3. Verpleegkundige observatie
  4.  Afwijkende ademhaling 





Slide 9 - Diapositive

Airway
Vrij?

Ja --> door naar Breathing

Nee --> Handelen!!!!

Slide 10 - Diapositive

Breathing
Alles wat met de ademhaling te maken heeft.

  • Meten
  • Observeren

Slide 11 - Diapositive

Waar let je op als hulpverlener als je de ademhaling controleert?

Slide 12 - Question ouverte

Observatie van de ademhaling

  • Frequentie
  • Diepte 
  • Ritme / regelmatig
  • Geluid
  • Pijn



Slide 13 - Diapositive

Ademhalingsfrequentie
Normale ah 12-18 p/m

AH onder de 12 = Bradypneu (te langzaam)
AH boven de 18 = Tachypneu (te snel)


Slide 14 - Diapositive

Hoe tel je de ademhaling?

Slide 15 - Question ouverte

OPDRACHT
Tel de ademhaling van je buurman of buurvrouw.
  1. In rust
  2. Na inspanning 

Twee manieren:
  • 30 seconden x 2
  • 15 seconden x 4

Slide 16 - Diapositive

Hevig benauwd tref je een zorgvrager aan plat liggend in bed. Wat doe je?

Slide 17 - Question ouverte

Afwijkende ademhaling

  • Hulp roepen / arts waarschuwen
  • Patiënt rechtop zetten of houding laten kiezen
  • Gesloten vragen stellen
  • Patiënt niet onnodig laten praten
  • Ademhaling in de gaten blijven houden
  • Probeer zelf rustig te blijven.

Slide 18 - Diapositive

Termen
Bradypneu = te langzame AH

Tachypneu = te snelle AH

Apneu = niet ademen

Saturatie = zuurstofgehalte in het bloed

Slide 19 - Diapositive

Wat is de saturatie?
A
Zuurstofgehalte in het bloed
B
Erytrocyten gehalte in het bloed
C
Een waarde waaraan je kan zien hoe snel iemand ademt
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quiz

Saturatie

Het zuurstofgehalte in het bloed.

Normaalwaarde 97-100%

Slide 21 - Diapositive

OPDRACHT


  • Zoek op: Waarom bij voorkeur geen nagellak op bij meten saturatie?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

De volgende leerdoelen zijn behaald: 1.Je weet wat vitale functies zijn.
2.Je begrijpt de opbouw van de ABCDE methode.
3.Je kunt de ademhaling tellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage