Een elektronenmicroscoop kun je kleinere voorwerpen waarnemen dan met een optische telescoop. Waarom is dat zo?
A
Omdat elektronen meestal grotere golflengtes hebben dan licht en daardoor gemakkelijker om een klein voorwerp heen buigen.
B
Omdat elektronen meestal grotere golflengtes hebben dan licht en daardoor minder gemakkelijk om een klein voorwerp heen buigen.
C
Omdat elektronen meestal kleinere golflengtes hebben dan licht en daardoor gemakkelijker om een klein voorwerp heen buigen.
D
Omdat elektronen meestal kleinere golflengtes hebben dan licht en daardoor minder gemakkelijk om een klein voorwerp heen buigen.
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Een elektronenmicroscoop kun je kleinere voorwerpen waarnemen dan met een optische telescoop. Waarom is dat zo?
A
Omdat elektronen meestal grotere golflengtes hebben dan licht en daardoor gemakkelijker om een klein voorwerp heen buigen.
B
Omdat elektronen meestal grotere golflengtes hebben dan licht en daardoor minder gemakkelijk om een klein voorwerp heen buigen.
C
Omdat elektronen meestal kleinere golflengtes hebben dan licht en daardoor gemakkelijker om een klein voorwerp heen buigen.
D
Omdat elektronen meestal kleinere golflengtes hebben dan licht en daardoor minder gemakkelijk om een klein voorwerp heen buigen.
Slide 1 - Quiz
Volgens de quantum mechanica
A
Ligt de toekomst volledig vast
B
Kan een deeltje maar op 1 plaats tegelijk zijn
C
Is de snelheid van een deeltje exact te bepalen
D
Speelt toeval een rol binnen de natuurkunde
Slide 2 - Quiz
Waarom is de klassieke formule voor impuls p niet bruikbaar voor fotonen ?
A
Fotonen hebben geen impuls
B
Fotonen hebben geen massa
C
Dit heeft te maken met de lichtsnelheid
D
Omdat fotonen interferentie gedrag vertonen
Slide 3 - Quiz
Tunnelen maakt gebruik van het verschijnsel ...
A
dat de energie van een deeltje onbepaald is
B
dat deeltjes interferentie gedrag kunnen vertonen
C
Het foto-elektrisch effect
D
dat de plaats van een deeltje onbepaald is
Slide 4 - Quiz
Als in een atoom een elektron zich verplaatst van grondtoestand naar tweede aangeslagen toestand, dan neemt de energie toe met een factor ...
A
2
B
3
C
4
D
9
Slide 5 - Quiz
De debroglie golflengte is niet waarneembaar bij macroscopische voorwerpen omdat
A
De massa daarvan te groot is
B
De snelheid te groot is
C
Deeltjes geen golflengte hebben
D
Deze golflengte uitdooft door interferentie
Slide 6 - Quiz
Als van een deeltje de snelheid verdubbelt
A
Zal de Debroglie golflengte ook verdubbelen
B
Zal de Debroglie golflengte halveren
C
Heeft dit geen invloed op de Debroglie golflengte
D
Wordt de Debroglie golflengte onbepaald
Slide 7 - Quiz
Welke van de volgende verschijnselen kan verklaard worden door tunnelen ?
A
Het doorbranden van een zekering
B
Het bezwijken van een brug bij te hoge belasting
C
Radio-actief verval
D
Buiging van licht
Slide 8 - Quiz
Een deeltje bevindt zich in een gesloten doos in de grondtoestand. Het gaat over naar de 2e aangeslagen toestand. Wat gebeurt daarbij met de golflengte van dat deeltje?
A
Die wordt 3 maal zo klein.
B
Die wordt 2 maal zo klein.
C
Die wordt 2 maal zo groot.
D
Die wordt 3 maal zo groot.
Slide 9 - Quiz
Welke bewering kan gedaan worden op basis van de onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg?
A
Je kunt de positie en de snelheid van een deeltje nooit tegelijkertijd exact bepalen.
B
Je kunt de positie en de snelheid van een deeltje alleen exact tegelijkertijd bepalen als het om een zwaar quant (of voorwerp) gaat.
C
Je kunt de positie en de snelheid van een deeltje alleen exact tegelijkertijd bepalen als het om een licht quant (of voorwerp) gaat.
D
Je kunt de positie van een deeltje alleen exact bepalen als je ook de snelheid van dat deeltje exact kent.