Groep 7 debatteren

Debatteren!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Debatteren!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kunnen jullie allemaal je mening geven en deze met een argument/reden ondersteunen. 

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord debat?

Slide 3 - Carte mentale

Wat betekent een..
  • Debat 
  • Stelling 
  • Mening 
  • Argument

Slide 4 - Diapositive

Een debat
  • Debatteren is discussiëren met regels.
  • Er zijn voor- en tegenstanders.
  • Er zijn strakke spelregels afgesproken. 
  • Je probeert het publiek te overtuigen van  jouw gelijk. 

Slide 5 - Diapositive



Wat 
gaan 
wij doen? 

Slide 6 - Diapositive

Voorstanders:
Zijn het EENS met de stelling.
 
Tegenstanders: 
Zijn het ONEENS met de stelling.

Slide 7 - Diapositive

Zelf vuurwerk afsteken moet verboden worden
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quiz

Huiswerk moet verboden worden
A
Eens
B
Oneens

Slide 9 - Quiz

Er moeten aparte scholen komen voor jongens en meisjes
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quiz

Debatteren in de klas
1 stelling  
Per persoon 3 argumenten voor/tegen, om de beurt
Reageren op elkaar
Korte samenvatting

Slide 11 - Diapositive

Stelling
  • 1; Kinderen moeten op school een uniform dragen
  • 2; Dierentuinen moeten verboden worden
  • 3; Huiswerk moet verboden worden
  • 4; Mobiele telefoons moeten verboden worden op school

Slide 12 - Diapositive

Voor- en tegenargumenten

  • 1; Kinderen moeten op school een uniform dragen 
  • 2; Dierentuinen moeten verboden worden
  • 3; Huiswerk moet verboden worden
  • 4; Mobiele telefoons moeten verboden worden op school

Slide 13 - Diapositive

Spelregels voor het debat:
1. Luister goed en laat elkaar uitpraten
2. Wie het woord wil, gaat staan.
3. De debatleider geeft je het woord. 
4. Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt
5. Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap
6. Durf ook toe te geven als de ander gelijk heeft
7. Leg je neer bij de beslissing van de debatleider

Slide 14 - Diapositive