Mirjam SPAANS WORKSHOP

¿Bienvenido, como estas?
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

¿Bienvenido, como estas?

Slide 1 - Diapositive

Luis Fonsi, Demi Lovato - Échame La Culpa (Video Oficial)

Luis Fonsi - Despacito ft. Daddy Yankee

Slide 2 - Diapositive

Echame la culpa
Cosmo dans

Slide 3 - Diapositive

Welke Spaanse woorden (her)ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Waar kan ik Spaans spreken? 
  • Werk in tweetallen
  • Schrijf zoveel mogelijke Spaanssprekende landen op 
  • (zonder opzoeken...)
  • Je hebt 3 minuten
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Spaanssprekende landen
Mexico
Spanje
Colombia
Argentinië
Peru
Venezuela
Chili
Ecuador
Guatemala
Uruguay
Cuba
Bolivia
Dominicaanse Republiek
Honduras
El Salvador
Paraguay
Nicaragua
Costa Rica
Panama
Puerto Rico (VS)
Equatoriaal-Guinea

Slide 6 - Diapositive

Spaanse weetjes
  • Spaans is de tweede meeste gesproken taal op de wereld
  •  De Spaanse taal komt uit het Latijn, net als Italiaans, Frans en Portugees
  • In vrijwel heel Zuid-Amerika wordt Spaans gesproken, behalve in ...
  • Miami !

Slide 7 - Diapositive

El alfabeto/abecedario
  • Extra letters
  • Heel andere uitspraak dan in het Nederlands

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Naam spellen in het Spaans
  • Werk in tweetallen
  • Spel je naam in het Spaans
  • Spel je naam met behulp van de Spaanse klanken en schrijf deze op je werkblad.

Slide 12 - Diapositive

Wanneer welke klank?
ca   co  cu que   qui                   --> als k in kat
za   zo  zu  ce     ci                     --> als th in thing
ja    je   ji    jo      ju  ge  gi         --> als ch in lachen
ga  go  gu  gue  gui                   --> als g in goal
gua                                             --> als Guatemala

Que: de u spreek je niet uit = KE
Quito = kieto




Slide 13 - Diapositive

¿Cómo se dice en español?
1. banco                           8. paella                        15. poema
2. león                               9. chocolate                16. mañana
3. fútbol                            10. cocina                    17. hola
4. gato                               11. Euro                          18. y
5. flamenco                     12. Valencia                 19. uno
6. hijo                                  13. Barcelona             20. cuatro
7. niño                                  14. hospital                 21. cinco

Slide 14 - Diapositive

De 26 basiszinnen
Oefen de uitspraak

Spreek in duo's deze zinnen zo goed mogelijk na

Slide 15 - Diapositive

Jezelf voorstellen

Slide 16 - Diapositive

5

Slide 17 - Vidéo

Gioca Jouer - Superman
dormir                    slapen
saludar               groeten
autostop                 liften
estornudo           niezen
andar                     lopen
nadar             zwemmen
esquiar                   skiën
spray                    spray
macho              macho
bocina              claxon
campana     bel/klok
ok                             ok
cabello               haar
saludos       groeten
¡hasta la vista!        Tot ziens!

Slide 18 - Diapositive

00:58
Wat betekent:
¿ Cómo te llamas ?
A
Hoe oud ben je?
B
Hoe heet je?
C
Waar kom je vandaan?
D
Waarom doe je mee?

Slide 19 - Quiz

01:34
Hoe stelt de casting directeur zichzelf voor?
A
Soy Alfonso
B
Bueno Alfonso
C
Yo Alfonso

Slide 20 - Quiz

01:45
Wat zijn soorten familieleden?
A
padre, hermano, cabeza
B
madre, hermana, silla
C
padre, madre, hermano
D
hermana, padre, mañana

Slide 21 - Quiz

02:06
Wat zou een logisch antwoord zijn op de vraag: ¿Cómo te llamas?
A
Mi hermana es Paula
B
Mi madre se llama
C
Mañana Paula
D
Me llamo Paula

Slide 22 - Quiz

02:35
Welke getallen zijn dit?
cuatro - seis - cinco - uno

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo

Voorstellen in het Spaans

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Speeddating in het Spaans
per ronde 1 minuut
timer
1:00

Slide 27 - Diapositive

Welke woorden ken je inmiddels in het Spaans?

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Je leeftijd zeggen 
Tengo ..... años

Betekent letterlijk: Ik heb .... jaar.

Slide 31 - Diapositive

Getallenketting
In groepjes van 4

De eerste persoon noemt een getal van 2 cijfers
De volgende noemt een nieuw getal dat begint met het laatste cijfer van het eerste getal. Bijvoorbeeld:
12 - 24 - 45 - 57 - 74
Kijk op je werkblad

Slide 32 - Diapositive

Es hora para BINGO!!

Slide 33 - Diapositive

Meses del año
¡Mi cumpleaños es el 24 de julio!

Y tu? 

¿Cuando es tu cumpleaños?

Slide 34 - Diapositive

Colores
¿Cuál es tu color favorito?

Me gusta el color .....

Y a tí? Que te gusta? 

Slide 35 - Diapositive

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 36 - Question de remorquage

Practicar los colores
De docent noemt een kleur in het Spaans

Laat zo snel mogelijk iets in die kleur zien.
De laatste is af en controleert mee.

Slide 37 - Diapositive

Todo sobre mí (tu)

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

¡A trabajar!
Jullie gaan in groepjes een video-opdracht maken (5 groepjes) 3 gr x 3 / 2 gr x 4
Je gaat a la 'Deutschlernenmitmax' of a la 'Maruja' een bepaald onderwerp behandelen.
  1. Jullie beginnen met een begroeting en stellen je voor zoals in je 'Todo sobre mi'
  2. Je geeft aan welk onderwerp je gaat behandelen
  3. Jullie komen allemaal aan het woord
  4. Je laat dingen zien, legt iets uit en benoemt dingen in het Spaans
  5. Doel is dat we allemaal woordenschat leren over jouw onderwerp
  6. Je sluit de video netjes af
  7. De video duurt minimaal 2 minuten
  8. Er wordt alleen Spaans gesproken
  9. De onderwerpen? Lootjes trekken
  10. Je krijgt hiervoor een half uur de tijd.
timer
0:30

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Lien

Las presentaciones

Slide 43 - Diapositive

FIN

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Vragen maken

Slide 47 - Diapositive

Numeros

Slide 48 - Diapositive

Seleccione un país
1. Zoek een Spaanstalig land uit
2. Vakantie (vaccaciones) of studeren (estudiar)
3. Geef twee redenen waarom
Ik wil = yo quiero
Waarom = porque
in = en
Yo quiero estudiar en Costa Rica porque las playas es muy increible


Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Vidéo