Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Bevolking en ruimte in China
Ruimte
Slide 1 - Diapositive
Wat is congestie?
A
Geen van deze antwoorden is juist
B
Een verbeterde bereikbaarheid door de aanleg van infrastructuur.
C
Een verstopte infrastructuur vanwege de toenemende verkeersstromen.
D
Milieubelasting als gevolg van de industrialisatie van de samenleving.
Slide 2 - Quiz
Wat is infrastructuur?
A
Alle export en import
B
De structuur van de handel
C
Het geheel aan wegen en transportlijnen
D
De uitvoer van alle mainports samen
Slide 3 - Quiz
Demografische oorzaken gaan over...
A
De bevolkingsopbouw
B
De verdeling van de welvaart
C
De economie
D
De natuur
Slide 4 - Quiz
Wat is een gated community?
A
Een buurt met super armen
B
een favela
C
Een wijk met muren en hekken eromheen
D
Een sloppenwijken
Slide 5 - Quiz
Wat is geen voordeel van economische groei
A
De lonen stijgen
B
Bedrijven maken meer winst
C
Meer belasting betalen
D
De consumenten kopen meer
Slide 6 - Quiz
De open-deuren-politiek zorgde voor een aantrekking van arbeiders en een groei van de economie. Daardoor zijn er enorme agglomeraties ontstaan aan de oostkust.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Wat is een SEZ?
A
een gebied met lage kosten voor multinationals
B
een industriegebied in rijke landen
C
een gebied met regionale ongelijkheid
D
een arm industrie-gebied in rijke landen
Slide 8 - Quiz
Wat is een 'metropool'?
A
Een treinstation
B
Een wereldstad
C
Een staat waarin het staatshoofd wordt gekozen
D
Waar weinig mensen wonen per vierkante kilometer
Slide 9 - Quiz
Geef 2 nadelen van het wonen in een grote stad
A
Rust
B
Duur
C
Weinig groen
D
Weinig werk
Slide 10 - Quiz
Wat was het doel van de SEZ?
A
Bedrijven aantrekken
B
Geld verdienen
C
Grote steden krijgen
D
Mensen laten verhuizen
Slide 11 - Quiz
Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen
B
de Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen migreren
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten
Slide 12 - Quiz
Geef 2 voordelen van het wonen in de stad
A
Veel werk
B
Uitgaan
C
Rust
D
Ruimte
Slide 13 - Quiz
Waarom worden de hutongs gesloopt
A
De hutongs liggen in het centrum van de stad, waar de grondprijzen hoog zijn.
B
Bij de sloop van hutongs krijgen de
meeste bewoners een nieuwe flat in de buurt.
C
Kantoren en winkelcentra liggen aan de rand van de stad.
D
In de hutongs is veel criminaliteit.
Slide 14 - Quiz
Hoeveel inwoners telt een *megastad?
A
1.000.000
B
5.000.000
C
10.000.000
D
15.000.000
Slide 15 - Quiz
Hutong is
A
een ander woord voor hukou
B
een hoge flat waar migranten in gaan wonen
C
een woonhofje langs smalle rechte straten
Slide 16 - Quiz
Dit is een bevolkingsgrafiek wat een
A
rijk land
B
een land in fase 1
C
arm land
D
een land in fase 5
Slide 17 - Quiz
In fase 5 is er een ........
A
geboorteoverschot
B
een sterfteoverschot
C
bevolkingskrimp
D
bevolking blijft gelijk
Slide 18 - Quiz
Welk kenmerk hoort niet bij een hutong?
A
woonhofjes langs smalle, rechte straten.
B
gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen
C
lage bebouwingsdichtheid
D
- slechte infrastructuur en bereikbaarheid
Slide 19 - Quiz
De hutongs moeten plaatsmaken voor hoge woontorens, maar ook voor gated communities (beveiligde wijken met hekken eromheen en een poort).
Welk gevolg heeft een gated community?
A
Segregatie (scherpe scheiding van groepen mensen)
B
sociale ongelijkheid
C
sociale controle
D
Alle genoemde antwoorden zijn juist
Slide 20 - Quiz
Beschrijf de werkomstandigheden in China. Doe dit vanuit de invalshoek economie, sociaal en politiek.
Slide 21 - Question ouverte
Waarom stopt men met het slopen van Hutongs?
A
De inwoners komen in opstand
B
Alle hutongs zijn al afgebroken
C
Er komen veel toeristen naar de hutongs. Daar is veel geld mee te verdienen.
D
De hutongs zijn gated communities geworden
Slide 22 - Quiz
Natuurlijke bevolkingsgroei betekent
A
Dat er meer mensen migreren dan immigreren
B
Dat er meer mensen sterven dan immigreren
C
Dat er meer mensen sterven dan er geboren worden
D
Dat er meer mensen geboren worden dan dat er sterven
Slide 23 - Quiz
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 24 - Quiz
In China worden er meer mensen geboren dan dat er sterven. In China is een...
A
sterfteoverschot
B
geboorteoverschot
Slide 25 - Quiz
In china wonen
A
meer mensen in de stad
B
meer mensen op het platteland
Slide 26 - Quiz
Waarom is de leefbaarheid hoog in de hutongs?
A
Mensen moeten het sanitair delen.
B
Er is een hoge bebouwingsdichtheid.
C
Mensen voelen zich veilig.
D
Er zijn smalle steegjes.
Slide 27 - Quiz
Wat is Shanghai van China?
A
Fabriek
B
Haven
C
Markt
D
Kantoor
Slide 28 - Quiz
Het westen van China is dichter bevolkt dan het oosten van China
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
In China heb je .....
A
een democratische regering.
B
een communistische regering.
Slide 30 - Quiz
Wat hoort niet bij China nu?
A
Open economie
B
Communistische Partij
C
Helemaal open voor Westerse cultuur
D
Minder armoede
Slide 31 - Quiz
Het noorden van China is ...
A
Droog
B
Nat
Slide 32 - Quiz
China demografisch
A
Vergroening
B
Vergrijzing
C
Veroding
D
Geen van allen
Slide 33 - Quiz
Het noorden van China is droger dan het zuiden van China
A
goed
B
fout
Slide 34 - Quiz
In China is er sprake van
A
Veel jongeren
B
Veel ouderen
Slide 35 - Quiz
Welk land heeft een grotere bevolkingsdichtheid?
A
China
B
Nederland
Slide 36 - Quiz
De bevolkingsspreiding van China is....
A
gelijk
B
ongelijk
Slide 37 - Quiz
China is een .... land:
A
Koploper
B
Volger
C
Achterblijver
Slide 38 - Quiz
China en Amerika stoten het meeste CO2 uit. Wat zal een reden zijn voor China?
A
Hoge welvaart
B
Hoge productie
C
Hoog inwoneraantal
D
Hoge ligging
Slide 39 - Quiz
We beginnen met een aantal vragen over China! Wat is de hoofdstad van China?
A
Shanghai
B
Hong Kong
C
Beijing
D
Pekingeend
Slide 40 - Quiz
Het urbanisatietempo in China is .....
A
erg laag
B
hoog
Slide 41 - Quiz
China kent veel verschillende klimaten. Welke van de onderstaande klimaten komen niet voor in China?
timer
0:20
A
Tropisch regenwoud klimaat
B
Steppeklimaat
C
Woestijnklimaat
D
Hooggebergteklimaat
Slide 42 - Quiz
Wat zijn stedelijke gebieden?
A
Agglomeraties en steden die dicht bij elkaar liggen
B
Enorm grote agglomeratie
C
Oudste deel van een stad.
D
gebied rondom een stad met allerlei stedelijke gebieden
Slide 43 - Quiz
De bevolkingsspreiding in China is ongelijk. Welk gebied is dunbevolkt?
A
Oosten
B
Westen
C
Noorden
D
Zuiden
Slide 44 - Quiz
Waarom werden meisjes vaak afgestaan?
Slide 45 - Question ouverte
Waarom spreken de begrippen hukou en stedelijke vernieuwing elkaar tegen?
Slide 46 - Question ouverte
Bijna 1,4 miljard van de mensen woont in China. Waar in China wonen ze? En waarom?
A
In het westen. Daar is het koud , hoog en nat
B
In het oosten . Daar is het laag en het ligt bij de zee.
Slide 47 - Quiz
China maakt een enorme economische groei door. Wat zijn de nadelen hiervan?
Slide 48 - Question ouverte
Welke gassen zijn verantwoordelijk voor vervuilde lucht in de steden?
A
SO2
B
smog
C
lachgas
D
C02
Slide 49 - Quiz
Wat is de opendeurpolitiek?
A
nieuwe industriegebieden in West-China
B
in de hutongs hoefde je de voordeur niet te sluiten
C
bedrijven en fabrieken mochten zich vestigen in China