Mijn proefles

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

00:38

Je ziet dat de lampen allemaal verschillende kleuren licht uitzenden. Dit komt door kleurenfilters voor de lampen. Het licht dat de lamp uitzendt is dezelfde kleur als het filter.

1. Waar
2. Niet waar

02:35

Hoe kan het dat je door met water te spuiten het lichtbundel kunt zien?

02:58

Licht weerkaatst van haar hand naar haar oog. Hoe heet die lichtstraal?

1. Invallende lichtstraal
2. Terugvallende lichtstraal
3. Gereflecteerde lichtstraal
4. Teruggekaatste lichtstraal

03:02

Schaduw ontstaat omdat licht alleen in rechte lijnen kan bewegen.

1. Waar
2. Niet waar

04:23

Hoe kan het dat wit licht kan zorgen voor een groene stoel of plant?

1. De kleur groen ontstaat doordat blauw en geel licht -uit wit licht- erop vallen.
2. Een groene stoel reflecteert groen licht en absorbeert alle andere kleuren.
3. Een groene stoel absorbeert groen en reflecteert alle andere kleuren.
4. Wit licht kan niet zorgen voor een groene stoel.

04:50

Hoe heet het glasstuk waarmee je kunt zien waar wit licht uit bestaat?

1. bolle lens
2. spiegel
3. prisma
4. holle lens

05:00

Wat zijn de primaire kleuren van licht?

1. Rood, blauw en geel
2. Geel, blauw en groen
3. Rood, blauw en groen
4. Rood, geel en groen

07:14

De kleur van de rode stoel in groen licht is ...

1. Rood
2. Zwart/donker
3. Groen
4. Mengsel van rood en groen

08:00

Rood - Groen en Blauw (RGB) samen geven wit licht. Door ze in verschillende hoeveelheden te combineren krijg je allerlei kleuren. Wat is de combinatie voor zwart?

hoi

dus.. 

Is de kleur van vlak A gelijk aan de kleur van vlak B?

Zijn de twee gele strepen gelijk in lengte?

Is de kleur van vlak A gelijk aan de kleur van vlak B?

De foto hieronder is in grijstinten toch?

Focus je op de ster

Wat zijn nu de kleuren van de lucht en het kasteel?

Zijn de kleuren van de middelste vierkantjes hetzelfde?

Wat is GEEN lichtbron?

1. Een lamp.
2. Een computerscherm.
3. Een kaars.
4. Een spiegel.

Welke lichtstraal verlicht het boek indirect?

1. 1
2. 2
3. 3
4. geen van allen

De hoek van inval meet je tussen de lichtstraal en de ....

1. Spiegel
2. Hoek van terugkaatsing
3. Normaal
4. Voorwerpsafstand

Wat is de eerste stap wanneer je een teruggekaatste lichtstraal tekent?

1. de hoek opmeten
2. de teruggekaatste lichtstraal tekenen
3. de hoek aflezen
4. de normaal tekenen

Wit licht gaat door een rood filter. Wat zie je aan de andere kant? één antwoord mogelijk.

?

Blauw

Rood

Groen

Oranje

Indigo

Violet

Zwart

Groen licht gaat door een blauw filter. Wat zie je aan de andere kant? één antwoord mogelijk.

?

Blauw

Rood

Groen

Oranje

Indigo

Violet

Zwart

Spiegel

Normaal

Hoek van inval

Hoek van terugkaatsing

Wanneer zie je een
lichtstraal?

1. Altijd
2. Nooit
3. Als er stof in de lucht aanwezig is.
4. Als het licht gekleurd is.

Bij welke lichtstraal hoort
de rode weerkaatsing?

1. A
2. B
3. C
4. D

Peter legt een spiegeltje tussen zichzelf en een paal zo (horizontaal) neer, dat hij via het spiegeltje net de punt van de paal kan zien.

Welke lichtstraal is de terugkaatsende lichtstraal?

1. de straal die van de paal naar de spiegel gaat
2. de straal die van de spiegel naar de paal gaat
3. de straal die van het oog naar de spiegel gaat
4. de straal die van de spiegel naar het oog gaat

Een bolle spiegel ............. het beeld

1. Vergroot
2. Verkleind

Welke zin klopt niet ?

1. Holle lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand.
2. Als je twee lichstralen met primaire kleuren mengt, ontstaat een lichtere kleur.
3. De primaire kleuren van licht zijn anders dan die van verf.
4. In het oog zitten kleur gevoelige cellen

hoe loopt de lichtstraal van de vlam van de kaars naar je oog?

1. A, met een boog
2. B, in een rechte lijn
3. C, als een golf
4. D, via een ander voorwerp

De lichtstraal komt via een of meerdere spiegels uit bij een deur waarachter een schat ligt. Achter welke deur ligt de schat?

1. Deur 1 (helemaal links)
2. Deur 2 (links van het midden)
3. Deur 3 (rechts van het midden)
4. Deur 4 (helemaal rechts)

Welke uitspraak is juist?

Uitspraak 1: ‘In het oog zitten lichtgevoelige cellen die gevoelig zijn voor de RGB kleuren.’
Uitspraak 2: ‘Het spiegelbeeld ligt net zo ver achter de spiegel als het voorwerp voor de spiegel staat.’

1. Alleen uitspraak 1 is juist.
2. Alleen uitspraak 2 is juist.
3. Uitspraak 1 en 2 zijn allebei juist.
4. Geen van beide uitspraken is juist.

Welke type weerkaatsing is dit?

1. Diffuus
2. Spiegelend

Welke spiegel heeft het grootste gezichtsveld

1. holle spiegel
2. bolle spiegel
3. vlakke spiegel
4. passpiegel

Welke lichtstraal gaat
precies door
het brandpunt?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is een betere spiegel voor een auto?

1. platte spiegel
2. Geen spiegel
3. een bolle spiegel
4. holle spiegel

Je ziet jezelf in de spiegel. Waar lijkt je spiegelbeeld te staan?

1. Recht achter de spiegel, verder dan jij van de spiegel staat
2. Recht achter de spiegel, even ver als jij van de spiegel staat
3. Recht achter de spiegel, dichterbij de spiegel dan jij zelf
4. Schuin achter de spiegel

Je schijnt met een blauwe en rode lamp op een wit scherm. Voor een deel overlappen beide lichtbundels elkaar op het scherm. Je plaatst een potlood rechtop voor het scherm. Wat zie je dan op het scherm?

Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?

1. Van spiegelbeeld tot spiegel is groter
2. Van voorwerp tot spiegel is groter
3. Beide afstanden zijn evengroot
4. Van spiegelbeeld tot spiegel is kleiner

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuus
2. Spiegel