figuurlijk taalgebruik

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

figuurlijk taalgebruik

Is dit figuurlijk taalgebruik?
'Wat een boom van een kerel!'

1. Ja!
2. Nee!

Wat is figuurlijk taalgebruik?

1. Dan schrijf je letters achter elkaar
2. Dan bedoel je precies wat je zegt
3. Dan teken je wat je bedoelt
4. Dan bedoel je iets anders dan wat je zegt

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik

1. juist
2. onjuist

De toekomst lacht ons tegemoet.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

Ze kookt van woede.

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?

1. Mijn kapper zit met haar handen in mijn haar.
2. De wedstrijd was onwijs spannend.
3. Onder de boom lag een dode vogel.
4. Ik zit met mijn handen in het haar.

Daar kraait geen haan naar.

Dit is een voorbeeld van...

1. letterlijk taalgebruik
2. figuurlijk taalgebruik

Letterlijk taalgebruik

figuurlijk taalgebruik

Ik heb vlinders in mijn buik.

Ik heb vlinder op mijn hand.

Het paard slaat op hol.

Mijn hart slaat op hol.

Wat is figuurlijk taalgebruik?

1. Dan zeg je iets letterlijk
2. Dan zeg je iets bij wijze van spreken
3. Dan geef je een definitie
4. Dan geef je uitleg

In spreekwoorden en uitdrukkingen komt veel figuurlijk taalgebruik voor,
in verhalen en poëzie niet.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Zij is op het paard getild.
2. Zij is over het paard getild.

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

1. Letterlijk
2. Figuurlijk

Met figuurlijk taalgebruik bedoel je precies wat er staat.

1. waar
2. niet waar

Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik

1. Het zag zwart van de mensen
2. Ik vond het maar een mager cijfer
3. Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
4. Dat is niet iets om over naar huis te schrijven

Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?

1. Het zag zwart van de mensen
2. Ik vond het maar een mager cijfer
3. Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
4. Dat is niet iets om over naar huis te schrijven

Taal kun je letterlijk of figuurlijk gebruiken. In welke zinnen staat figuurlijk taalgebruik?

1. zij is een erg sterke vrouw
2. hij is een beer van een vent
3. hij is een grote sterke kerel
4. zij is zo sterk als een beer

Een uitdrukking is een vorm van figuurlijk taalgebruik.

1. Waar
2. Niet waar

Het schilderij springt van het doek.

1. Letterlijk taalgebruik
2. Figuurlijk taalgebruik

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Er kwam geen kip in de winkel.
2. De winkel verkocht geen kip meer.

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?

1. Dat is een goed middel voor je zieke paard.
2. Dat is een paardenmiddel voor die kwaal.