Herhaling

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

B227 HDI

Human development index (hdi):
1. inkomen: bnp per inwoner 
2. gezondheid: levensverwachting 
3. onderwijs: aantal jaren naar school 

Hoe dichter bij 1, hoe hoger de ontwikkeling

B225 BNP

Het bruto nationaal product (bnp) is de totale productie van goederen & diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld.

Landen vergelijken, maar let op:

• Het bnp per inwoner is een gemiddelde ->   sociale ongelijkheid &  regionale ongelijkheid

• Verschil in koopkracht -> bnp in koopkracht per inwoner (aantal goederen of diensten dat je van je geld kunt kopen)

Piramide	Granaat	Urn
Hoog geboortecijfer	Lage geboortecijfers	dalend geboortecijfer
Snelgroeiende bevolking	Langzame bevolkingsgroei	dalende bevolkingsgroei of bevolkingsafname
Ontwikkelingslanden: weinig family planning	Meer ontwikkelt land	Rijke ontwikkelde landen

Geschiedenis

Voor 1910: Korea is een zelfstandig koninkrijk
1910-1945: kolonie van Japan
1945-1950: verdeling na verkiezingen in:

• De Democratische Volksrepubliek Korea (Noord)
• De Republiek Korea (Zuid).

->  38e breedtegraad is de grens

Geschiedenis

1950-1953 Koreaanse Oorlog:

•  Aanval was van Noord-Korea (2 miljoen doden)
• Geen getekend vredesverdrag
  
  

Sindsdien: 

•  Noord-Korea: gesteund door Rusland en China
•  Zuid-Korea:  gesteund door de VS 

->  zwaarbewaakte 4km brede zone bij de grens

             Noord-Korea

1. Dictatuur
2. Grote macht staat
3. Kim Jong-un = de ‘Geweldige Leider’
4. Communistisch

                 Zuid-Korea

1. Gekozen staatshoofd
2. Veel (politieke) macht bij chaebols = Groot Koreaans familiebedrijf.

Politieke verschillen

Het idee dat er gelijkheid in rijkdom en macht moet zijn -> land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.

Staatsvorm waarin één persoon de absolute macht heeft.

Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is (soeverein).

             Noord-Korea = arm

1. Communistisch land (staat)
2. Planeconomie:
   - bedrijven in eigendom van de staat
   - de staat bepaalt alles
   - in plannen staat wat je moet produceren - - geen concurrentie, zorgt voor slechte kwaliteit producten -> geen reclame in straatbeeld
   - Er is minimumloon want staat bemoeit zich met naleven afspraken

                            Zuid-Korea = rijk

1. Kapitalistisch land (privé)
2. Vrijemarkteconomie:
   - bedrijven in privé eigendom 
   - directie van bedrijven bepaalt alles zelf
   - concurrentie zorgt voor goede en goedkope producten -> reclame in straatbeeld
   - Weinig afspraken arbeidsomstandigheden en lonen, want: zoveel mogelijk winst

Economische verschillen

Ooit één Korea?

Kans op één Korea als oplossing is klein:

1. Economische bedreiging China en Japan.
2. Hulp bij ontwikkeling Noord-Korea is duur.
3. Geen hechte band familieleden.

Veranderingen Zuid-Korea

1. Samenwerking + onderwijs + consumptiegoederen en importsubstitutie 

2. Arbeidsintensieve lichte industrie -> zware industrie

3. Productiewerk -> hightechindustrie = chaebols + porudctie naar lagelonenlanden

= verandering in de internationale arbeidsverdeling

B260 Internationale arbeidsverdeling

Internationale arbeidsverdeling = de verdeling van het werk over verschillende landen.

Goederen worden in 3 fasen geproduceerd.

• Fase 1: het ontwerpen van het product. onderzoek en ontwikkeling (research and development)
• Fase 2: het produceren van de goederen in fabrieken.
• Fase 3: vervoer en verkoop van de producten. Marketing & distributie 

Verandering bevolking

Daling vruchtbaarheidscijfer heeft

3 oorzaken: later trouwen, werk & onderwijs, duur

+ 

 toename levensverwachting -> vergrijzing -> stijging grijze druk

= negatief voor economie

Demografische druk:  0-20-jarigen + 65+ jarigen / 20-65-jarigen.

AG2A Laatste week:

Vandaag:

1. Huiswerk afmaken / zelfstandig leren / extra uitleg-herhaling

2. 11:00 = Spel

Opdrachten einde van les niet af = in pauze afmaken

3. Tijd over? Zelfstandig leren

Morgen:
1. Zelfstandig leren / laatste vragen stellen

Laatste les voor de toets

1. Zelfstandig leren:

Je gaat bezig met leren voor de toets -> 
Begrippenkaartjes, Finish 6.8, Samenvatting schrijven, Mindmap maken, etc. 

2. Quiz

Laatste les voor de toets

2. Quiz:

Soort kahoot + Minigame: snowball fight.

Per vraag kan je 5 sneeuwballen verdienen. Wie de meeste spelers uitschakelt wint.

Ga naar: gimkit.com/join 

Goedemorgen AG2A

1. Tassen voor in het lokaal
2. Alleen pen op tafel

3. Denk eraan: naam noteren op bijlage

4. 40 minuten 

5. Klaar? Doe wat voor jezelf (geen telefoon!)

Heel veel succes!