BK1 Blok 3: Over Taal

OVER TAAL
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

OVER TAAL

Slide 1 - Diapositive

GRONDWOORDEN
1. Bij werkwoorden is het altijd het hele werkwoord.
    (vond => vinden  - gepresenteerd => presenteren)
2. Verkleinwoorden zoek je bij het enkelvoud woord.
     (parapluutje => paraplu
3. Bij sommige woorden zoek je de kortste vorm.
     (prijzige => prijzig)

Slide 2 - Diapositive

Naar welk woord zoek je in het woordenboek? (wat is het grondwoord?)
Bedenk eerst: is het een ww of een zelfst nw?

Zij fietsten samen naar huis
Dat stel woont twee huizen verderop
Ik werkte gisteren in de fabriek
Zij herhaalden alle informatie over de toetsen
Vanmorgen werd ik wakker van de vogeltjes

Slide 3 - Diapositive

Wat is het grondwoord van 'hevige' in de zin?

'Hevige regenval zorgde voor een overstroming'

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het grondwoord van 'briesje' in de zin?

''Het waaide niet hard, het was slechts een briesje'

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het grondwoord van 'obstakels' in de zin?

''De weg lag vol met allerlei obstakels'

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het grondwoord van 'gepresteerd' in de zin?

''Afgelopen seizoen heeft het team goed gepresteerd.'

Slide 7 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit van een grondwoord is.

Slide 8 - Question ouverte

Trappen van vergelijking
snel
sneller
snelst

Slide 9 - Diapositive

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

groot - groter - ..............

Slide 10 - Question ouverte

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

smal - .......... - smalst

Slide 11 - Question ouverte

Vul het juiste woord in van de trappen van vergelijking?

nuttig - .......... - .............

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

weinig - .......... - .............

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

goed - .......... - .............

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in van de trappen van vergelijking?
LET OP!!

veel - .......... - .............

Slide 15 - Question ouverte