Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Natuurkunde
1) Pak je natuurkunde spullen.
2) Berg je telefoon en tas op
Wat gaan we doen?
Oefening diagrammen
Twee soorten snelheden
Opdracht 7
(v,t)-diagrammen
Opdracht 18
Werken aan huiswerk
Slide 1 - Diapositive
Schets de diagrammen bij de situaties:
Een sprinter begint na het startschot te rennen, houdt zijn maximale snelheid vast tot de eindstreep, en loopt dan rustig uit.
Een fietser komt met een constante snelheid aangefietst, remt tot stilstand voor een stoplicht, wacht even voor het rode licht, en fietst dan weer verder.
Slide 2 - Diapositive
Schets de diagrammen bij de situaties:
Een sprinter begint na het startschot te rennen, houdt zijn maximale snelheid vast tot de eindstreep, en loopt dan rustig uit.
Een fietser komt met een constante snelheid aangefietst, remt tot stilstand voor een stoplicht, wacht even voor het rode licht, en fietst dan weer verder.
timer
4:00
Slide 3 - Diapositive
Schets de diagrammen bij de situaties:
Een sprinter begint na het startschot te rennen, houdt zijn maximale snelheid vast tot de eindstreep, en loopt dan rustig uit.
Een fietser komt met een constante snelheid aangefietst, remt tot stilstand voor een stoplicht, wacht even voor het rode licht, en fietst dan weer verder.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat is de gemiddelde snelheid tussen punt A en B?
Slide 6 - Diapositive
Wat is de snelheid op tijdstip t = 4 s ?
Slide 7 - Diapositive
Wat is de snelheid op tijdstip t = 4 s ?
Slide 8 - Diapositive
Snelheden:
Gemiddelde snelheid: De snelheid tussen twee tijdstippen.
Momentane snelheid:
De snelheid op een bepaald moment. Is te bepalen door het tekenen van een raaklijn.
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag
Maak
Opdracht 7
klaar?
Lees 1.2
Maak 18
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat is de afgelegde afstand in stuk 1?
Slide 12 - Diapositive
Wat is de afgelegde afstand in stuk 2?
Slide 13 - Diapositive
(v,t)-diagram
Het oppervlakte onder de lijn van een (v,t)-diagram is gelijk aan de afgelegde afstand.
Verdeel het oppervlakte onder de lijn hiervoor in vierkanten en driehoeken.