Verzorgingsstaat H4 A5

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Verzorgingsstaat H4 

D

    De  praktijk 

Lesdoelen 

1. De leerlingen kennen de drie terreinen van de verzorgingsstaat 

2. De leerlingen kunnen uitleggen uit welke onderdelen de drie terreinen van de verzorgingsstaat  bestaan. 

3. De leerlingen kunnen uitleggen hoe de drie terreinen van de verzorgingsstaat worden betaald.  

Wat is het begrip?  

1.  Overheid (8p)
2. Welvaart (6p)
3. Welzijn (4p)
4. Actief (2p)

• Verzorgingsstaat: Een staat waarin de overheid actief de welvaart en het welzijn van haar bewoners bevordert

Vrijheid	Gelijkheid	Confessionele
Sociale partners	Angelsaksisch	Scandinavisch
Hoge belastingen	Gezin	Ouderschapsverlof
Vast	Lage belastingen	Flexibel

Voorbeeld van een juist antwoord:

Liberale verzorgingsstaat: Vrijheid, Angelsaksisch, Flexibel, Lage belastingen

Sociaaldemocratische verzorgingsstaat: Gelijkheid, Scandinavisch, Hoge belastingen, Ouderschapsverlof

Corporatistische verzorgingsstaat: Confessionele, Sociale Partners, Gezin, Vast

Vrijheid	Gelijkheid	Confessionele
Sociale partners	Angelsaksisch	Scandinavisch
Hoge belastingen	Gezin	Ouderschapsverlof
Vast	Lage belastingen	Flexibel

Terugblik vraag 1 :
I. Door het socialezekerheidsstelsel zijn Nederlandse burgers verzekerd van een goede gezondheidszorg.
II. Bij de gezondheidszorg speelt solidariteit geen rol, omdat de overheid hier alle kosten betaalt.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I en II zijn beide juist.
3. I is onjuist, II is juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Terugblik vraag 2:
I. In de negentiende eeuw was Nederland een nachtwakersstaat, want toen hadden de sociaaldemocraten veel politieke macht.
II. Na de Tweede Wereldoorlog werd Nederland een verzorgingsstaat, want toen nam de politieke macht van de liberalen sterk toe.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I en II zijn beide juist.
3. I is onjuist, II is juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Opdracht 

1. Lees H4: Wat doet de verzorgingsstaat? (blz. 224 t/m 229).

2. Vul met behulp van H4 het invulschema over de verzorgingsstaat.

3. Beantwoord vervolgens de controlevragen over H4 via LessenUp.

Controlevraag 1:
De Nederlandse overheid heeft in de gezondheidszorg marktwerking ingevoerd. Marktwerking wil zeggen dat:
I. de overheid de prijzen vaststelt.
II. particuliere bedrijven zorgverzekeringen verkopen.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I en II zijn beide juist.
3. I is onjuist, II is juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Controlevraag 2: Het belangrijkste verschil tussen sociale verzekeringen en particuliere verzekeringen is dat sociale verzekeringen:

1. vrijwillig zijn en betaald worden door premieheffing.
2. vrijwillig zijn en betaald worden door de overheid.
3. verplicht zijn en betaald worden uit de belastingopbrengst van burgers.
4. verplicht zijn en betaald worden door premieheffing.

De onderwijsinspectie controleert namens de overheid de onderwijsinstellingen. Kan de overheid er iets aan doen als het vwo vooral het ‘exclusieve terrein van kinderen van hoger opgeleide ouders’ lijkt te zijn? Leg je antwoord uit.

Welke vragen heb je nog over H4?