Spelling nav artikel 13 taalvouten

Spelling - oefenen
Periode 4
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling - oefenen
Periode 4

Slide 1 - Diapositive

We bekijken de 13 taalvouten uit de column. Ontdek de fouten!

Slide 2 - Diapositive

1 D, t of dt – wat maakt het uit. Hij bedoeld, ik wordt, hij wilt, zij hebben gehoort – schrijf gewoon lekker wat jij wil. Tuurlijk: ‘Geld op de rijbaan tussen 13.00 en 18.00’ is iets anders dan: ‘Geldt op de rijbaan tussen 13.00 en 18.00’. Maar het is ook wel weer spannend om met een grote plastic zak te gaan kijken welke van de twee bedoelt wert.

Slide 3 - Question ouverte

2 Hoofdletters – hahaha. lezers kunnen echt zelf wel bepalen wanneer een zin begind of eindigd. het is bovendien onrustig voor je ogen, ineens zo’n grote letter midden in een appje.

Slide 4 - Question ouverte

3 Komma’s? Hou eens op. Interpunctie in je broekje sowieso. In de zin: ‘Ik hou van huisdieren eten en barbecueën’ kán een komma handig zijn. Maar iedereen weet dat niemand z’n huisdieren gaat opeten – toch?

Slide 5 - Question ouverte

4 Jou fiets, jou vader – daar hoeft echt geen w bij. ‘Ik hou van jou ouwe fiets’ betekend iets anders dan: ‘Ik hou van jouw ouwe fiets’. Maar als je twijfelt welke van de twee het is, kun je altijd even dm’en.

Slide 6 - Question ouverte

5 Me moeder, me werk, me club – prima toch? ‘Mijn’ klinkt zo hard en ‘m’n’ heeft dat lastige komma-dingetje. ‘Muh fiets’ zou nog beter zijn, maar dat is weer een h extra, dus laten we ‘me moeder’ gewoon goed gaan rekenen.

Slide 7 - Question ouverte

6 ‘Ik besef me’. Zelfde. Dat gezeur over wederkerende werkwoorden. Ga lekker zelf wederkeren.

Slide 8 - Question ouverte

7 Hen, hun en zij. Te ingewikkeld om uit elkaar te houden. Hun hebben gelijk! Maak er anders ‘hullie’ van! Hullie hebben gelijk. Mooi!

Slide 9 - Question ouverte

8 Die meisje, die leven, die woord. Helemaal goed. Net als: ‘De meisje die’. Als iemand zich als non-binair identificeert moet je wel streng zijn. Dan is het ‘die’ en ‘hen’. Let daar op.

Slide 10 - Question ouverte

9 ‘Doe is normaal’, ‘doe is gek’. Het woord ‘eens’ klinkt als ‘is’, dus waarom zou je het dan niet zo mogen schrijven? Datzelfde geld voor ‘onmiddelijk’, ‘dislekties’, ‘bedrijging’, ‘in prinsiepe’, ‘kilometuh’, ‘appart’ en ‘prevensie’. Als je maar snap wat er staat.

Slide 11 - Question ouverte

10 Een punt aan het einde van een zin? Laat te weinig ruimte open dus ik zou ’m lekker weglaten de jongere generatie gebruikt sowieso liever geen punten meer omdat die agressief overkomen alle begrip voor

Slide 12 - Question ouverte

Engelse woorden
11 Money, mindset, sacrificen. Hoe jonger mensen zijn, hoe meer like je weet dat ze like veel anglicismen gebruiken. Is een kwestie van mindset. Ik had laatst iemand die haar vrijdag ging sacrificen om voor weinig money vintage knitwear te gaan shoppen. Bleek ze op zoek naar een goedkope 2dehants trui.

Welke Engelse woorden gebruik jij?

Slide 13 - Diapositive

Engelse woorden

Slide 14 - Carte mentale

12 Letterlijk/figuurlijk. Het woord ‘letterlijk’ word tegenwoordig als een bekrachtiging gebruikt, niet als tegenhanger van ‘figuurlijk’. Dat is schrikken in: ‘Ik lach me dood. Letterlijk’. Maar als je eenmaal weet dat met letterlijk meestal figuurlijk bedoeldt wordt – behalve in: ‘Ik heb geen geld meer. Letterlijk’ – wat zou je daar dan letterlijk tegen kunnen hebben?

Slide 15 - Question ouverte

13 Fml, lol, hdp, w8 ff, isg, bopla, itakru, brb, idk, mss, vnv, kladiladi, lett. Afkortingen schelen tijd, en tijd is kostbaar in een wereld waarin je voortdurend moet switchen van TikTok naar WhatsApp, van Snapchat naar Instagram en van BeReal naar je mail. Zeker als je in 83 appgroepen zit, vijftig pakjes besteldt hept en duizenden berichten per dag moet tikken. Doe dus niet moeilijk als je een paar afko’s ziet, maar google even wat ze betekenen. Als je bovengenoemde afkortingen niet kent, ben je sowieso een boomer.

Slide 16 - Question ouverte

Afkortingen

Slide 17 - Carte mentale