Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Chapter 4 - Mavo 3 - lessons 4+5
Slide 1 - Diapositive
First things first
De 2-toets van dit hoofdstuk is op maandag 23 mei
Herkansingsmogelijkheid maandag 30 mei
We hebben nog máár5 lessen. In de studieplanner in learnbeat kun je zien wat we elke les gaan doen.
Dit is het laatste hoofdstuk dat we gaan behandelen. Je hebt dus nog maar twee 2-toetsen voor Engels! Unit 4 en de lees/luistertoets in de laatste toetsweek.
Handelingsdeel 3 inleveren op 30 mei uiterlijk tijdens de les. Dit is weer een boekverslag. Boekje uit de mediatheek niveau B1. Inleveren op learnbeat en Turnitin. De links staan in de studieplanner.
Slide 2 - Diapositive
Let's get started in learnbeat
Ga naar learnbeat Unit 4 (4.4)
We gaan beginnen met B find out opdracht 1 t/m 3. We gaan deze opdrachten samen luisteren.
Als je klaar bent werk je verder met C Vocabulary.
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Let's continue on in learnbeat
Ga naar learnbeat Unit 4 (4.5)
We gaan beginnen met B find out opdracht 1 & 2. We gaan deze opdrachten samen lezen en luisteren.
Als je klaar bent werk je verder met C Vocabulary.
Uitleg grammar
timer
10:00
Slide 4 - Diapositive
Who - Which
Fill in: who - which
Slide 5 - Diapositive
who - which
Slide 6 - Diapositive
EXERCISE #7.
who/which
Slide 7 - Diapositive
Was he in the government ..........only lasted for six months?
Slide 8 - Question ouverte
My great-aunt ...... died unexpectedly left me her gold ring and necklace.
Slide 9 - Question ouverte
The spy ..... was recruited by the government moved to Russia.
Slide 10 - Question ouverte
My sister was in a relationship ...... was not good for her.
Slide 11 - Question ouverte
Did you light the candle .......set the whole house on fire?
Slide 12 - Question ouverte
5.2
Comparisons
Slide 13 - Diapositive
Comparisons - bijvoeglijk naamwoorden
1 lettergreep: -er / -est
quick - quicker - quickest
2 lettergrepen (-le, -er, -ow, -y): -er / -est
simple - simpler - simplest
clever - cleverer - cleverest
2 lettergrepen (geen -le, -er, -ow, -y): more / most
famous - more famous - most famous
3 of meer lettergrepen:
popular - more popular - most popular
Vergelijken: ... than
Overtreffen: the ...
I am quickerthan you
I am thequickest
Slide 14 - Diapositive
Wow! This is by far ___ (large) house I have ever seen!
Slide 15 - Question ouverte
That was wrong. You should be ___ (careful) in the future.
Slide 16 - Question ouverte
Music is my ___ (big) inspiration!
Slide 17 - Question ouverte
I am ____ (smart) my younger brother.
Slide 18 - Question ouverte
Let's continue on in learnbeat
Ga naar learnbeat Unit 4 4.5 lesson 4
We gaan beginnen met D Grammar opdracht 1 & 2 & 4.