B6 De oren

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Harde toon
Zachte toon
Hoge toon
Lage toon

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Toon a is hoger dan toon b
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Het oor

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Oorschelp
Evenwichtsorgaan
Gehoorzenuw
Gehoorbeentjes
Tommelvlies
Gehoorgang
Slakkenhuis
Oorsmeerkliertjes
buis van Eustachius

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welk deel van het oor geeft impulsen door aan de hersenen?
A
2
B
4
C
7
D
8

Slide 17 - Quiz

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius
A
Dicht
B
Open

Slide 20 - Quiz

Als de buis van Eustachius opengaat dan wordt de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies
A
Gelijk
B
Verschillend

Slide 21 - Quiz

In welk deel van het oor liggen de gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 22 - Quiz

Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 6?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.
D
Geluidstrillingen opvangen

Slide 23 - Quiz

Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 1?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.
D
Geluidstrillingen opvangen

Slide 24 - Quiz

Als je misselijk wordt in de auto, komt dat doordat je evenwichtsorgaan in de war is.
Waar zit je evenwichtsorgaan?
A
Binnen in je hersenen
B
In je oren
C
Achter in je keel
D
Achter je ogen

Slide 25 - Quiz

Toon a is harder dan toon b
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 26 - Quiz

Toon b is hoger dan toon c
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 27 - Quiz

Waaruit bestaat het evenwichtsorgaan?
A
Drie cirkelvormige kanalen met een balletje
B
Drie met vocht gevulde cirkelvormige kanalen
C
Het slakkenhuis
D
vloeistof in een soort vaasjes

Slide 28 - Quiz

Maak de opdrachten 1 t/m 3 + 5 t/m 8

Slide 29 - Diapositive