Zinsbouw
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Mijn gevoel, nu, vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Uit welke delen bestaat een zin?
Slide 3 - Question ouverte
rest van de zin
hoofdletter
werkwoord
onderwerp
leesteken
1
2
3
4
5
Slide 4 - Question de remorquage
Rest van de zin?
Slide 5 - Question ouverte
wat
wanneer
waar
1
2
3
Slide 6 - Question de remorquage
zwemt
baantjes
Hij
elke dag
in het zwembad.
1
2
3
4
5
Slide 7 - Question de remorquage
naar de turnzaal.
Berkay
straks
de bal
brengt
1
2
3
4
5
Slide 8 - Question de remorquage
de toetsen
verbetert
thuis.
De leerkracht
in het weekend
1
2
3
4
5
Slide 9 - Question de remorquage
Maak een zin!
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
Slide 10 - Question ouverte
Maak een zin!
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
Slide 11 - Question ouverte
Maak een zin!
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
hoofdletter - onderwerp - werkwoord - wanneer - wat - waar - leesteken
Slide 12 - Question ouverte
Maak een zin over de prent.
Slide 13 - Question ouverte
Maak een zin over de prent.
Slide 14 - Question ouverte
Maak een zin over de prent.
