2hv - L1 P2 - 1e naamval en tijdsbepalingen

   Deutsch!    

2hv
Les 1 P2
Gutentag
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

   Deutsch!    

2hv
Les 1 P2
Gutentag

Slide 1 - Diapositive

Lernziel
Toets Schritt 23-28
- Hören
- Lesen
- Vokabeln N> D
- Vokabeln D> N
- Grammatik: 1e / 4e naamval
- Grammatik: Kardinalzahlen & Verben
- Redemittel
- Bonus (landeskunde)


Slide 2 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 2:
maken: Schritt 28

verwerkingsopdrachten na les 2:
maken: D-Prüfung en extra opgaven /samenvatting van de leerdoelen die je (nog) lastig vindt.

Slide 3 - Diapositive

Redemittel
Vind je dit leuk? - Gefällt dir das?
U ziet er vandaag echt geweldig uit!
Sie sehen heute wirlklich toll aus!
Ik heb een probleem met mijn fiets.
Ich habe ein Problem mit meinem Fahrrad.
Hoe laat is het klaar?
Um wie viel Uhr ist es fertig?

Slide 4 - Diapositive

Zinnen maken met de woordjes uit de leerlijst....

du - aussehen - gut > Du siehst gut aus.
er - tragen - die Kappe > Er trägt eine Kappe.

der Mann - sich verlieben in - Frau Schulze
die Lieblingsfarbe - sein - grün


Slide 5 - Diapositive

de agent
A
der Polizei-Agent
B
der Polizist

Slide 6 - Quiz

ophalen
A
aufholen
B
abholen

Slide 7 - Quiz

de jongere
A
der Jungere
B
der Jugendliche
C
die Jungere
D
die Jugendliche

Slide 8 - Quiz

De agent haalt de jongere op.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wiederholung

Slide 12 - Diapositive

Wanneer gebruiken we de 1e naamval?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Het naamwoordelijk deel van het gezegde is ....
A
werkwoorden die in de 1ste naamval staan
B
een zinsdeel dat bij het onderwerp hoort

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Elke Duitser is punctueel.
... Deutscher ist pünktlich.
A
Jede
B
Jeder
C
Jedes
D
Jeden

Slide 17 - Quiz

Welke trui is rood?
... Pullover ist rot?
A
Welcher
B
Welches
C
Welche
D
Welchem

Slide 18 - Quiz

Wo ist (zijn) ..... schwarzes T-Shirt?
A
sein
B
seine
C
seiner
D
seines

Slide 19 - Quiz

Wo habt ihr ... (jullie) Stadtplan?
A
euer
B
eure
C
euren
D
eueren

Slide 20 - Quiz

Das ist meine Lieblingsfarbe.
wat is het nw deel vh gezegde?

Slide 21 - Question ouverte

Dat maakt niets uit.

Slide 22 - Question ouverte

Nieuwe regel:

Tijdsbepalingen ZONDER voorzetsel 

4e naamval

Slide 23 - Diapositive

Oude regel:

Tijdsbepalingen  zijn vaak mannelijke woorden

Slide 24 - Diapositive

elke maand
A
jeder Monat
B
jedes Monat
C
jedem Monat
D
jeden Monat

Slide 25 - Quiz

vorige herfst
A
letzter Herbst
B
letztes Herbst
C
letzte Herbst
D
letzten Herbst

Slide 26 - Quiz

deze zomer
A
dieser Sommer
B
diesem Sommer
C
diesen Sommer
D
diese Sommer

Slide 27 - Quiz

welke ochtend?
A
Welche Vormittag?
B
Welchen Vormittag?
C
Welchem Vormittag?
D
Welcher Vormittag?

Slide 28 - Quiz

Auf Wiedersehen

Slide 29 - Diapositive