13,4 buffers

Buffers
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Buffers

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- pH en ionisatie% berekeningen afgerond 
- Dit gaat goed! 
- Lewisstructuren nog wat vaag, kijken of we voor de toets daar nog een les over kunnen doen
- Vandaag gaan we buffers behandelen 

Slide 2 - Diapositive

Na deze lessen kun je 
- Uitleggen hoe een buffer werkt
- Beredeneren welk zuur/base je moet gebruiken voor jouw gewenste pH waarde
- berekeningen uitvoeren met buffer oplossingen (pH-waarde berekeningen bijvoorbeeld) 

Slide 3 - Diapositive

Wat voor pH waarde heeft een zure oplossing?
A
lager dan 7
B
7
C
hoger dan 7

Slide 4 - Quiz

Wat voor pH waarde heeft water?
A
lager dan 7
B
7
C
hoger dan 7

Slide 5 - Quiz

Wat voor pH waarde heeft een basische oplossing
A
lager dan 7
B
7
C
hoger dan 7

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er met de pH waarde van een zure oplossing als je er water aan toe gaat voegen (verdunnen)?
A
pH waarde stijgt
B
pH waarde daalt

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er met de pH waarde van een zure oplossing als je er een basische oplossing aan toe voegt
A
pH waarde stijgt
B
pH waarde daalt

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er met de pH waarde van een basische oplossing als je er water aan toe gaat voegen (verdunnen)?
A
pH waarde stijgt
B
pH waarde daalt

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurt er met de pH waarde van een basische oplossing als je er een zure oplossing aan toe voegt?
A
pH waarde stijgt
B
pH waarde daalt

Slide 10 - Quiz

pH-waardes van oplossingen
- Veranderen dus (lager/hoger) als je een zure/basische/water oplossing toevoegt. 

Logisch want je OH-/H3O+ concentratie veranderd. 

Slide 11 - Diapositive

Buffers
- Soms willen we niet dat de pH-waarde veranderd bij het toevoegen van kleine hoeveelheden zuur/water/base

- dan gebruik je een buffer --> voorkomt dat de pH-waarde van een oplossing verandert bij toevoeging van een kleine hoeveelheid zuur/base/water 


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Maar hoe werkt een buffer?
Daarvoor gaan we eerst even terug naar wat we al kennen
van zwakke zuren en basen én evenwichtsreacties


Slide 14 - Diapositive

Evenwichtsreacties beïnvloeden
Stel je hebt de evenwichtsreactie
A + B <-- --> C + D 


Slide 15 - Diapositive

A + B <-- --> C + D
wat gebeurt er als je meer van stof A toevoegt? Het evenwicht gaat naar....
A
links
B
rechts

Slide 16 - Quiz

A + B <-- --> C + D
wat gebeurt er als je meer van stof C toevoegt? Het evenwicht gaat naar....
A
links
B
rechts

Slide 17 - Quiz

Stel je hebt een zwak zuur HF 
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-

De Kz waarde is klein, dat betekent dat maar een klein deel van de HF gaat reageren tot H3O+ en  F-

 Hoe kan je de hoeveelheden H3O+ en F- berekenen?

Slide 18 - Diapositive

Stel je hebt een zwak zuur HF 
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-


Slide 19 - Diapositive

Stel je voegt een natronloog (OH-) toe aan de HF oplossing. Wat wordt dan de zuur base reactie

Slide 20 - Diapositive

Stel je voegt  natronloog (OH-) toe aan de HF oplossing. Wat wordt dan de zuur base reactie
HF heb je het meeste
HF + OH- --> F- + H2O

Wat gebeurt er dan met het evenwicht en de pH-waarde?
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-

Slide 21 - Diapositive

Nu terug naar de buffer
Om een buffer te maken voeg je altijd een combinatie van 
- Een zwak zuur met zijn geconjugeerde base
OF
- een zwakke base met een geconjugeerd zuur 
toe

Buffers werken dus niet met sterke zuren en basen!!!!

Slide 22 - Diapositive

Dus een buffer van HF:
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-
HF = zwakke zuur
F- = geconjugeerde base

F- voeg je toe door aan de oplossing het zout toe te voegen waar dit ion in zit. Bijvoorbeeld NaF, of KF etc.

Slide 23 - Diapositive

Hoeveelheden?
Je kunt niet zomaar een schepje zout toevoegen. 

Voor een goede buffer moet de hoeveelheid mol van HF en F- tussen de 1,0 : 10 of 10 : 1,0 zitten (een factor 10 verschillen)

1,0 : 1,0 werkt het allerbeste 

Slide 24 - Diapositive

Hoeveelheden HF buffer:
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-


Slide 25 - Diapositive

Waarom werkt dit nou? Stel we voegen weer natronloog toe
HF + OH- --> F- + H2O


Wat gebeurt er dan met het evenwicht en de pH-waarde?
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-

Slide 26 - Diapositive

Maar de hoeveelheden HF en F- zijn ongeveer hetzelfde. Dus het evenwicht wordt niet tot nauwelijks beïnvloed. en de pH-waarde dus ook niet
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-


Slide 27 - Diapositive

Stel we voegen geen natronloog toe maar zoutzuur (H3O+), wat gebeurt er dan? 

Slide 28 - Diapositive

Stel we voegen geen natronloog toe maar zoutzuur (H3O+), wat gebeurt er dan? 
F- + H3O+ --> HF + H2O


Wat gebeurt er dan met het evenwicht en de pH-waarde?
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-

Slide 29 - Diapositive

Maar de hoeveelheden HF en F- zijn ongeveer hetzelfde. Dus het evenwicht wordt niet tot nauwelijks beïnvloed. en de pH-waarde dus ook niet
HF + H2O <-- --> H3O+ + F-


Slide 30 - Diapositive

Let op:
een buffer kan een pH-waarde verandering even tegen houden.
Maar het houdt ergens op. 

Als je lang genoeg zuur/base toevoegt veranderd de pH alsnog (kan je ook gebruiken om de pH-waarde van de buffer iets aan te passen) 

Slide 31 - Diapositive

Ik wil een buffer maken van HNO2. Wat moet ik extra toevoegen naast HNO2?
A
H3O+
B
HNO2
C
OH-
D
NO2-

Slide 32 - Quiz

Hoe zorg ik ervoor dat NO2- in mijn oplossing komt?

Slide 33 - Question ouverte

Berekeningen met buffers
Je hebt nu veel pH-waarde berekeningen gedaan door middel van de x en de BOE tabel

máár bij een buffer is de hoeveelheid F- (bijvoorbeeld) niet hetzelfde als de hoeveelheid H3O+

Slide 34 - Diapositive

Bij buffer berekeningen vaak maar 1 onbekende (scheelt weer)

Slide 35 - Diapositive

Bij buffer berekeningen vaak maar 1 onbekende (scheelt weer)

Slide 36 - Diapositive

Is elk zwak zuur of base geschikt voor elke gewenste pH-waarde? 

Slide 37 - Diapositive

Is elk zwak zuur of base geschikt voor elke gewenste pH-waarde? 
.


We zeiden een buffer werkt het beste als de hoeveelheden HZ en Z- ongeveer gelijk zijn (1,0 : 1,0)
Dus [Z-]/[HZ] = gelijk aan 1,0
(denk maar aan 6 / 6 = 1 of 0,23 / 0,23 = 1 etc) 

Slide 38 - Diapositive

Is elk zwak zuur of base geschikt voor elke gewenste pH-waarde? 
.

hoe bereken je de pH-waarde?

Slide 39 - Diapositive

Is elk zwak zuur of base geschikt voor elke gewenste pH-waarde? 
.

hoe bereken je de pH-waarde?



Slide 40 - Diapositive

Is elk zwak zuur of base geschikt voor elke gewenste pH-waarde? 
.

hoe bereken je de pH-waarde?



Slide 41 - Diapositive

Dus
De beste buffer voor jouw gewenste pH waarde, heeft een pKz die daar dichtbij in de buurt komt.

Die pKz hebben we eerder gezien! In BiNaS tabel 49

Slide 42 - Diapositive

Dus
De beste buffer voor jouw gewenste pH waarde, heeft een pKz die daar dichtbij in de buurt komt.

Die pKz hebben we eerder gezien! In BiNaS tabel 49

Voor basen! gebruik je pKz = 14 - pKb 

Slide 43 - Diapositive

Ik wil een buffer maken met een pH van 3,73. Welk zuur gebruik ik?
A
H3PO4
B
CO3 2-
C
HCOOH
D
HCOO-

Slide 44 - Quiz

Ik wil een buffer maken met een pH van 12,30. Welke base gebruik ik?
A
HPO4 2-
B
PO4 3-
C
H3PO3
D
CrO4 2-

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Weektaak 
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 4 uit het boek (blz 185 t/m 187)
- Maken opdracht 38, 39 en 41 uit het boek (blz 187&188) of in de online omgeving.

Slide 49 - Diapositive