Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 36 min
Éléments de cette leçon
Hoera, we mogen weer....
we mogen weer naar school
Slide 1 - Diapositive
Economie ...
A
... gaat alleen maar
over geld
B
... gaat over keuzes maken
C
... gaat over mensen
Slide 2 - Quiz
Economie is een
A
exact vak
B
maatschappij vak
C
een taal
D
een kunstvak
Slide 3 - Quiz
Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezuinigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde
Slide 4 - Quiz
Economie (uit het Oudgriekse oikos (οἶκος), huis en nomos (νόμος), regel; letterlijk dus huishoudkunde) is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten.
Slide 5 - Diapositive
Economie
We hebben niet genoeg tijd en geld om alles te doen of te kopen wat we willen.
Daarom moeten we keuzes maken
Economie is de wetenschap die bestudeert hoe mensen keuzes maken en wat de gevolgen van die keuzes zijn voor de maatschappij.
Slide 6 - Diapositive
Economie
Het draait dus om keuzes van: mensen/bedrijven/land
Wel/niet kopen
Wel/niet sparen
Wel/niet werken
Loondienst/eigen bedrijf
wel/niet produceren
wel/niet uitbreiden
Slide 7 - Diapositive
1.1 voor niks gaat de zon op
Slide 8 - Diapositive
Introductieopdracht
Lees de teks op bladzijde 6
Slide 9 - Diapositive
Waarom is de horeca extra gevoelig voor goede of slechte tijden in de economie?
Slide 10 - Question ouverte
Het woord 'middelen' wordt gebruikt. Wat bedoelen zij daar mee?
Slide 11 - Question ouverte
Wat wordt bedoelt met het werkwoord 'consumeren' in deze context?
Slide 12 - Question ouverte
Waarom krijgt een horecamedewerker minder fooi als veel mensen met de pinpas betalen?
Slide 13 - Question ouverte
Productiefactoren
Middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren:
Kapitaal (rente)
Arbeid (loon)
Natuur (huur/rente)
Ondernemerschap (winst)
Slide 14 - Diapositive
Schaarste
Schaarse middelen: productiefactoren nodig om erover te beschikken.
Schaars:
Middelen zijn beperkt aanwezig
Middelen zijn alternatief aanwendbaar
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaam!
Schaarste
Middelen zijn beperkt aanwezig en alternatief aanwendbaar