Quiz

Wat is de hoofdstad van Engeland?
A
Londen
B
Engeland
C
Frankrijk
D
Parijs
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
MentorlesBasisschoolGroep 4,6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is de hoofdstad van Engeland?
A
Londen
B
Engeland
C
Frankrijk
D
Parijs

Slide 1 - Quiz

In welke kinderserie speelde Aart Staartjes?
A
Bing
B
Winnie The Pooh
C
Sesamstraat
D
Klokhuis

Slide 2 - Quiz

Welk vliegmaatschappij heeft 3 blauwe letters?
A
KLM
B
Qbuzz
C
Arriva

Slide 3 - Quiz

Hoeveel zijdes heeft een dobbelsteen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 4 - Quiz

Wat roepen Amerikaanse kinderen die langs de deuren gaan met Halloween?
A
Liedje
B
Sint - maarten
C
Sinterklaas Kapoentje
D
Trick or treat

Slide 5 - Quiz

Hoe heet de vriend van de pop Barbie?
A
Can
B
Kan
C
Ken

Slide 6 - Quiz

Op welke datum valt schrikkeldag?
A
28 februari
B
29 februari
C
30 november
D
5 december

Slide 7 - Quiz

Wat is de kleinste euromunt?
A
1 cent
B
1 euro

Slide 8 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting OV?
A
Openbaar Vervoer
B
Overdraagbare Verf

Slide 9 - Quiz

Welke maanden houden de zomer in?
A
Juni,juli,augustus
B
September,november,december
C
Januari, februari

Slide 10 - Quiz

Hoeveel dagen heeft augustus?
A
2 dagen
B
30 dagen
C
31 dagen
D
13 dagen

Slide 11 - Quiz

Hoe heet de Belgische politieserie?
A
Flikken Maastricht
B
Flikken Rotterdam
C
Witse
D
Moordvrouw

Slide 12 - Quiz

Hoe worden de dagen zaterdag en zondag ook wel bij elkaar genoemd?
A
Weekeinde
B
Weekend
C
Door de week
D
Vrije dagen

Slide 13 - Quiz

Waar staat de o voor bij KNO arts?
A
Oog
B
Oor

Slide 14 - Quiz

Wat is je favoriete vak(ken) op school?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de middelste kleur van de Nederlandse vlag?
A
Rood
B
Wit
C
Blauw

Slide 16 - Quiz

Waarmee kan je een pen slijpen?
A
Puntenslijper
B
Boomstam
C
Geen 1

Slide 17 - Quiz

Waarmee kan je de punt van een potlood slijpen?
A
Boomstam
B
Puntenslijper

Slide 18 - Quiz

Voor welke vakken krijg je op het middelbaar het vak Nederlands?
A
Taal en Spelling
B
Aardrijkskunde en geschiedenis

Slide 19 - Quiz

Wanneer begon de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1940

Slide 20 - Quiz

Welk tekentje gebruik je om iets bij elkaar op te tellen?
A
+
B
=
C
-

Slide 21 - Quiz

Staat de Franse vlag horizontaal of verticaal?
A
Verticaal
B
Horizontaal

Slide 22 - Quiz

Vond je de quiz leuk?
Ja
Nee

Slide 23 - Sondage

De volgende moeilijker?
Nee
Ja

Slide 24 - Sondage

Goed gedaan!
Hoeveel had je er goed?

Slide 25 - Diapositive