Ster in schrijven, Alfa A, Les 3 - thuis - 2. Er is post blz. 55-59

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

00:05

Waar is Mr Bean?

1. Thuis.
2. In de winkel.
3. In de auto.

00:11

Wat heeft hij?

1. Een appel.
2. Een pen.
3. Een brief.
4. Een zakdoek.

00:18

Waar is de postzegel?

1. Op zijn neus.
2. In zijn hand.
3. Op de stoel.
4. Op zijn tong.

00:29

Is zijn auto klein of groot?

1. Groot.
2. Klein.

00:38

Kan hij zijn postzegel vinden?

1. Ja.
2. Nee.

01:01

Wat doet hij met de brief van de mevrouw?

1. Hij steekt de brief in de postbus.
2. Hij gooit de brief weg.
3. Hij steelt de brief.

01:15

Waarom steelt hij de brief?

1. Hij wil de brief lezen.
2. Hij wil de postzegel hebben.

02:10

Waar is Mr Bean?

1. In zijn auto.
2. Op de straat.
3. In de brievenbus.

Is het een brief of een kaart?

1. Een brief
2. Een kaart

Is het een brief of een kaart?

1. Een kaart
2. Een kaart

Is het een brief of een kaart?

1. Een kaart
2. Een brief

Is het een brief of een kaart?

1. Een brief
2. Een kaart

Is het een brief of een kaart?

1. Een brief
2. Een kaart

Blz. 55

Blz. 56

Blz. 57

Blz. 58

Blz. 59

Schrijf een kaart voor juf Julia!

- Hallo

- Dankjewel

- Groetjes

- Jouw naam 

- Maak de kaart MOOI!