Module A2 les 2.

Module A2 les 2.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Module A2 les 2.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt 100 dagen in je hoofd bekeken. Wat was kenmerkend aan het beeld wat wordt geschetst van de psychiatrie?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je een stelling bedacht of kwam er een vraag bij je naar boven na het zien van de aflevering?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Basis GGZ
Basis GGZ: Voor milde, niet-­complexe psychische problemen
- Patiënten houden 'eigen regie'
- 4 Soorten trajecten 
- Vanuit basisverzekering 
- Met of zonder verwijzing 

Bijvoorbeeld: Depressie, vermoeden ADHD, angstklachten

Slide 4 - Diapositive

4 trajecten: (kort, middellang, intensief, chronisch)

Eigen risico wordt aangesproken

vergoeding hangt af van verzekering
Ambulante zorg in de GGZ:

Individuele therapie: Een patiënt ontmoet regelmatig een therapeut op een polikliniek voor gesprekstherapie, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) of psychotherapie.

Groepstherapie: Patiënten kunnen deelnemen aan groepssessies, zoals een groep voor sociale angst, waar ze onder begeleiding van een therapeut met anderen werken aan specifieke problemen.

Medicamenteuze behandeling: Sommige patiënten krijgen medicatie voorgeschreven, maar ontvangen ambulante zorg en regelmatige follow-upafspraken om de behandeling te evalueren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinische zorg in de GGZ:

Kortdurende opname: Patiënten worden opgenomen in een psychiatrische kliniek voor intensieve behandeling gedurende een beperkte periode, vaak om acute symptomen te stabiliseren.

Dagbehandeling: Patiënten volgen intensieve therapie gedurende de dag
 in een klinische setting maar verblijven 's nachts thuis.

Intensieve behandeling voor specifieke aandoeningen: Bijvoorbeeld een gespecialiseerde kliniek voor eetstoornissen waar patiënten met ernstige problemen op het gebied van voeding en lichaamsbeeld worden behandeld.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Langdurige klinische zorg in de GGZ:

Langdurige opname: Sommige patiënten hebben langdurige zorg nodig en verblijven gedurende langere tijd in een psychiatrisch ziekenhuis, vaak vanwege complexe en chronische psychische aandoeningen.

Residentiële behandelprogramma's: Sommige instellingen bieden uitgebreide residentiële programma's waar patiënten gedurende langere tijd intensieve therapie, ondersteuning en training ontvangen, terwijl ze toch enige mate van zelfstandigheid behouden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan de POH GGZ je bij helpen?
A
Het herkennen en in kaart brengen van psychische problemen
B
Het bieden van terugvalpreventie en nazorg na behandeling in de ggz
C
Het opstellen en uitvoeren van een (kortdurende) behandeling
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met ‘psychische functies’?
A
algemene psychische processen, zoals denken en waarnemen
B
het totaal aan menselijke gedragingen, emoties en gedachten
C
pathologische verschijnselen die voortkomen uit de menselijke geest
D
psychische processen waarop de mens invloed kan uitoefenen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer spreken we van een psychiatrische stoornis?
A
Wanneer psychologische functies: voelen, denken, waarnemen, afwijkend functioneren.
B
Wanneer iemand psychisch storend gedrag vertoont
C
Wanneer psychologische functies: voelen en waarnemen afwijkend functioneren.
D
Wanneer psychologische verbindingen niet optimaal functioneren.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hallucinaties komen voort uit
A
de motoriek
B
het centraal zenuwstelsel
C
de psychische functies
D
de zintuigen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een diagnose die vanuit de DSM wordt gesteld en benoem wat deze diagnose inhoudt?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft jouw werkplek een therapeutisch klimaat onderbouw waarom wel/niet.

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht. 
4 groepen
- Groep 1: Depressie - vormen - oorzaak - symptomen - behandeling. 

- Groep 2: Bipolaire stoornis - vormen- oorzaak - symptomen - behandeling. 

- Groep 3- Beschrijf een zorgvrager met een depressie, 1 zorgvrager met een delier en een zorgvrager met dementie. Maak duidelijk waarin de verschillen zitten. 

- Groep 4: Beschrijf een zorgvrager met een DSM diagnose die een non verbale therapie volgt en een zorgvrager met een DSM diagnose die verbale therapie krijgt. 

timer
0:30

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions