(2) Poëzie en fictie deel 2

Vandaag 

  1. (prop)vragen uit de les poëzie en fictie deel 1
  2. Zelf aan de slag
  3. Het doorgeefverhaal (ontwikkeling hoofdpersoon)
  4. Afsluiting en einde les
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 

  1. (prop)vragen uit de les poëzie en fictie deel 1
  2. Zelf aan de slag
  3. Het doorgeefverhaal (ontwikkeling hoofdpersoon)
  4. Afsluiting en einde les

Slide 1 - Diapositive

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
De (prop) vragen
  • Wat betekenen de woorden poëzie en fictie? 
  • Wat is poëzie en hoe werk je dit uit of hoe kun je het beste beginnen?
  • Hoe nep mag een fictie verhaal zijn?
  • Waarom bestaat poëzie en fictie?

 
  • Poëzie komt van het Griekse woord 'poiesis' en betekent: maken, scheppen, vormen en is een vorm van literatuur die uit versregels is opgebouwd. 
  • Fictie komt van het Latijnse woord fictio en betekent: vorming en is een bedacht (fantasie) verhaal

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen poëzie & fictie






Je leert wat de volgende begrippen betekenen:


  • Beeldspraak
  • Cliffhanger
  • Dystopie
  • Historische jeugdboeken
  • Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • Ontwikkeling hoofdpersoon
  • Personificatie
  • Sciencefiction
  • Tijd
  • Wisseling van tijd, plaats, perspectief

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagwerk poëzie en fictie
Waar? 
Bladzijde 190-199

Welke opdracht?
1 tot en met 6




timer
10:00
Ontwikkeling hoofdpersoon? In de meeste boeken maakt de hoofdpersoon (round character) een ontwikkeling door. Door dit proces verandert en ontwikkelt de hoofdpersoon.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkeling hoofdpersoon
  • Setting
  • Introductie personage 1
  • Introductie personage 2
  • Conflict
  • Oplossing en einde
Denk aan de afwisseling tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen en gebruik signaalwoorden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
  • Doorgeefverhaal
  • Doorgeven aan links, rechts naar voren en naar achteren
  • Met het verhaal dat je krijgt verder gaan
  • 3 minuten per onderdeel
  • Naam in de kantlijn bij jouw stukje

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Setting
  • Plaats (Bijvoorbeeld in Leeuwarden)
  • Tijd (Ochtend, middag, avond)
  • Omgeving (Hoe ziet de omgeving eruit?)
  • Het weer (Wat voor weer is het?)

Nog geen personage benoemen of beschrijven.
timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie personage 1
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoobeeld Kjeld, Niels, Evelien)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)


timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie personage 2
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoobeeld Floor, Elon, Yvonne)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)
  • Wat is personage 2 van personage 1 (Vriend of vijand)


timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict
  • Beschrijf het probleem (Bijvoorbeeld een ruzie)
  • Het conflict kan alles zijn, dus denk breed!
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkeling hoofdpersoon, oplossing en einde
  • Beschrijf wat de hoofdpersoon doormaakt, hoe de hoofdpersoon zich ontwikkelt
  • Beschrijf hoe het conflict afloopt
  • Sluit het verhaal af, dus geen open einde
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordracht verhaal

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van deze les
  • Kijk om je heen, zie je rotzooi liggen, neem dit dan mee
  • Schuif je stoel aan en zet je tafel recht
  • Pak je tas, groet me/wens me een fijne dag en ga naar de volgende les of pauze

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions