1.5 Druk

Welkom
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les:
  1. Je weet wat het verschil tussen kracht en druk is
  2. Je weet hoe je met druk kunt rekenen




Slide 2 - Diapositive

Kracht op de kop = kracht op de punt.
Druk op de kop is veel kleiner dan de druk op de punt.

Het oppervlak van de punt is veel kleiner dan het oppervlak van de kop.

Slide 3 - Diapositive

 formule lijkt op 2 = 6 / 3

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Leren:
druk              p     Newton per vierkante meter     N/m2
kracht          F      Newton                                               N
oppervlak   A     vierkante (centi)meter                 (c)m2
arm                l       (centi)meter                                      (c)m  
           

Slide 6 - Diapositive

Andere eenheden van druk
1 N/m2 heet ook  1 Pa (1 Pascal)

vaak makkelijker: N/cm2
(1 m2 = 10.000 cm2)
1N/cm2 = 10.000 N/m2 = 10.000 Pa = 10 kPa

Slide 7 - Diapositive

1 rood vakje = 100 blauwe vakjes.
Er zijn 10 x 10 = 100 rode vakjes dus 100 x 100 = 10.000 blauwe vakjes.

Slide 8 - Diapositive

Als op 1 blauw vakje 1N staat  (1 N/cm2) dan is dat op 10000 blauwe vakjes dus 10000 N/m2.
1 N/cm2 = 10000 N/m2

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

2 = 6 / 3
p = F / A lijkt op 2 = 6 / 3
Voorbeeld: 
F = 20 N
p = 0,4 N/cm2
Bereken A

Slide 11 - Diapositive

2 = 6 / 3
p = F / A lijkt op 2 = 6 / 3
Voorbeeld: 
F = 20 N
p = 0,4 N/cm2
Bereken A
Invullen:
0,4 = 20 / A

Slide 12 - Diapositive

2 = 6 / 3
p = F / A lijkt op 2 = 6 / 3
Voorbeeld: 
F = 20 N
p = 0,4 N/cm2
Bereken A
Invullen:
0,4 = 20 / A
    2 = 6 / 3 dus 3 = 6 / 2

A = 20 / 0,4 = 50 cm2

Slide 13 - Diapositive