7.1 Tijd is geld

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

7.1 Tijd is geld

Leerdoelen :

Je kunt rekenen met indexcijfers

Je kunt conclusies trekken met behulp van de indexcijfers

Je kunt beredeneren hoe consumenten ruilen in de tijd en welke rol de (nominale en reele) rente daarbij speelt

Intro Ruilen over tijd

https://nos.nl/artikel/2474800-adema-cruciaal-dat-er-deze-maand-een-landbouwakkoord-ligt

Planning

• Intro
• Herhaling
• Theorie paragraaf 7.1
• Zelfstandig aan het werk

Lees het krantenbericht.

Bereken de verandering in koopkracht en geef aan of het een stijging of daling van de koopkracht is.

Toepassing: Indexcijfers

NIC: Nominaal indexcijfer: verandering van het inkomen

PIC: Prijs indexcijfer: verandering van de prijzen.

RIC: Reëel indexcijfer: verandering van de koopkracht.

NIC - PIC = RIC

Wanneer wordt het geld op een spaarrekening minder waard? (en daalt dus je koopkracht)

1. Als de rente hoger is dan de inflatie
2. Als de inflatie hoger is dan vorig jaar
3. Als de rente lager is dan de inflatie
4. Als de rente daalt

Start 7.1

Wat is “ruilen over de tijd”

Wat is “ruilen over de tijd” vanuit economisch perspectief?

=> Consumptie nu vervangen voor consumptie in de toekomst (of andersom)

Wat is “de prijs over de tijd” vanuit economisch perspectief?

=> Rente! 

Voorbeelden “ruilen over de tijd”

Sparen vs lenen

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen.

Je kan sparen. Je kiest er dan voor om dan ook 90 euro opzij te zetten

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen. Hoeveel ben je totaal aan rente kwijt?

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen.

90 x 3 jaar x 12 maanden = 3.240

3240 - 3000 = 240 

€ 240 kosten voor ruilen in tijd

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen. Totale rente € 240

Je kan sparen. Je kiest er dan voor om dan ook 90 euro opzij te zetten

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

Hoe duur is de scooter na 3 jaar? (rond af op hele bedragen)

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen. Totale rente € 240

Je kan sparen. Je kiest er dan voor om dan ook 90 euro opzij te zetten

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

De scooter kost na drie jaar: 3.000 x 1.028 x 1.031 x 1.033 = 3.285

Als je wacht is de scooter 285 duurder! 

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen. Totale rente € 240

Je kan sparen. Je kiest er dan voor om dan ook 90 euro opzij te zetten

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

De scooter kost na drie jaar: 3.000 x 1.028 x 1.031 x 1.033 = 3.285

Als je wacht is de scooter 285 duurder! 

Wat is verstandiger sparen of lenen

1. Sparen
2. Lenen

Sparen vs lenen

De rente staat laag, wat doe je….

Stel je wilt een scooter. Kost: 3.000

Je kan lenen. Dan moet je iedere maand voor drie jaar lang 90 euro (incl 4% rente) betalen. Totale rente € 240

Je kan sparen. Je kiest er dan voor om dan ook 90 euro opzij te zetten (= 90 x 12 x 3 = 3.240 < 3.285) 

Er vindt in die drie jaar inflatie plaats: Jaar 1: 2,8%, Jaar 2: 3,1%, Jaar 3: 3,3%

De scooter kost na drie jaar: 3.000 x 1.028 x 1.031 x 1.033 = 3.285

Als je wacht is de scooter 285 duurder! 

Rente

• Rente een ander woord daarvoor is interest.
• Nominale rente = rente in euro's, het rente- percentage dat de bank geeft of vraagt.
• Reële rente = nominale rente gecorrigeerd voor de inflatie.
  
• Rente =  de kosten van een lening of de vergoeding voor het uitstellen van consumptie

De rente is extreem laag..
wat doe je?
Je gaat...

1. meer sparen en meer lenen
2. meer sparen en minder lenen
3. minder sparen en minder lenen
4. minder sparen en meer lenen

Inflatie = gemiddelde prijsstijging van producten in een land.

Aan de slag!!

Je kunt nu alle opdrachten van 7.1 maken!

7.2 is zelfstudie, ben je klaar met 7.1 ga daar mee verder!

7.1 Tijd is geld

Leerdoelen :

Je kunt rekenen met indexcijfers

Je kunt conclusies trekken met behulp van de indexcijfers

Je kunt beredeneren hoe consumenten ruilen in de tijd en welke rol de (nominale en reele) rente daarbij speelt