Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Hoe sta je er voor met betrekking tot de stof en de weektaken?
Ik loop voor! :)
Ik loop precies bij! :)
Ik loop een beetje achter :(
Ik loop heel erg achter :(
Slide 5 - Sondage
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
De koers van de dollar in euro's: $ 1 = € 0,90
Bereken de koers van de euro's in dollars.
A
€ 0,90
B
€ 1,00
C
€ 1,01
D
€ 1,11
Slide 9 - Quiz
De koers van de euro in dollars was: in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20
Bereken met hoeveel procent de koers van de euro in dollars is veranderd in 2018 ten opzichte van 2015.
A
met 12,50% gedaald
B
met 12,50% gestegen
C
met 14,29% gedaald
D
met 14,29% gestegen
Slide 10 - Quiz
De koers van de euro in dollars was: in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20
Bereken met hoeveel procent de koers van de dollar in euro's is veranderd in 2018 ten opzichte van 2015.
A
met 12,50% gedaald
B
met 12,50% gestegen
C
met 14,29% gedaald
D
met 14,29% gestegen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
De koers van de euro in dollars was: in 2015: € 1 = $ 1,05 en in 2018: € 1 = $ 1,20
Er is tussen deze jaren sprake geweest van een ... van de euro.
A
depreciatie
B
appreciatie
C
devaluatie
D
revaluatie
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
De lagere koers van de dollar (uitgedrukt in euro's) zorgt ervoor dat producten uit de Verenigde Staten ... voor mensen uit de EU.
A
goedkoper worden
B
duurder worden
C
even duur blijven
Slide 16 - Quiz
De lagere koers van de dollar (uitgedrukt in euro's) zorgt ervoor dat producten uit Nederland ... voor mensen uit de Verenigde Staten.
A
goedkoper worden
B
duurder worden
C
even duur blijven
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Welke bedrijven hebben voordeel van een dalende koers van de euro?
A
Importerende bedrijven uit de EU
B
Exporterende bedrijven uit de EU
C
Beide
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Een rentestijging maakt een land ..(1).. voor buitenlandse beleggers. Deze buitenlandse beleggers moeten daarvoor eerst hun eigen munt omruilen voor jouw munt. ..(2).. jouw munt neemt toe, waardoor de wisselkoers ..(3)..
A
(1) aantrekkelijker, (2) het aanbod van, (3) stijgt
B
(1) aantrekkelijker, (2) het aanbod van, (3) daalt
C
(1) aantrekkelijker, (2) de vraag naar, (3) stijgt
D
(1) aantrekkelijker, (2) de vraag naar, (3) daalt
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Herhaling h3 + 4.1 en 4.2
10 vragen
Slide 31 - Diapositive
Welke verschijnselen passen bij een laagconjunctuur?
A
Hoge werkloosheid, weinig vraag naar goederen
B
Hoge werkloosheid, veel vraag naar goederen
C
Lage werkloosheid, weinig vraag naar goederen
D
Lage werkloosheid, veel vraag naar goederen
Slide 32 - Quiz
Het verhogen van de overheidsuitgaven in een periode van ... is een voorbeeld van procyclisch conjunctuurbeleid.
A
laagconjunctuur
B
hoogconjunctuur
Slide 33 - Quiz
Een voorbeeld van een automatische conjunctuurstabilisator is:
A
Een degressief belastingstelsel
B
Een proportioneel belastingstelsel
C
Een progressief belastingstelsel
Slide 34 - Quiz
16 mei 2021: 1 euro = 132,85 Japanse yen. Bereken de wisselkoers van 10.000 Japanse yen in euro's.
A
€ 0,007528
B
€ 1,00
C
€ 75,273
D
€ 752,753
Slide 35 - Quiz
Wat kan de overheid doen om een hoogconjunctuur af te remmen?
A
Meer overheidsbestedingen
B
Belastingtarieven verlagen
C
Verhogen inkomstenbelasting
Slide 36 - Quiz
Door extra vraag naar producten uit de VS zal ...
A
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar dalen.
B
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar stijgen.
C
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar stijgen.
D
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar dalen.
Slide 37 - Quiz
Door extra vraag naar producten uit de VS zal ...
A
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro stijgen.
B
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro stijgen.
C
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro dalen.
D
Het aanbod van de euro dalen, dus de koers van de euro dalen.
Slide 38 - Quiz
Bij een ruime arbeidsmarkt is het aanbod van arbeid ... de vraag naar arbeid.
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan
Slide 39 - Quiz
Een rentestijging in een land leidt tot een ... van de wisselkoers van de valuta van dat land, omdat ...
A
stijging, de vraag naar jouw valuta neemt toe
B
daling, de vraag naar jouw valuta neem toe
C
stijging, de vraag naar jouw valuta neemt af
D
daling, de vraag naar jouw valuta neemt af
Slide 40 - Quiz
Als de overheid bij laagconjunctuur anticyclisch begrotingsbeleid wil voeren, moet zij ...
A
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verlagen.
B
de belastingen verhogen of de overheidsbestedingen verhogen.
C
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verlagen.
D
de belastingen verlagen of de overheidsbestedingen verhogen.