Les 51 (30-05)

Cours du 30 mai
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Cours du 30 mai

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen:
      - de vorm van het bijvoeglijk 
         naamwoord.
  • Paragraaf G
  • Au travail: décrire une personne.
  • Devoirs


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les...

...kun je iemand omschrijven.



Slide 3 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.

  • La famille est grande.
  • La femme est gentille.



Slide 4 - Diapositive

Wat is anders aan het bijvoeglijk naamwoord in het Frans, dan in het Nederlands?

  • In het Frans past het bijv. nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Hoe zien deze vormen er dan uit? Vul de tabel verder in.



Slide 5 - Diapositive

Uitzonderingen
Welke uitzonderingen zijn er zoal?

  • Bijvoeglijke naamwoorden die in de basisvorm al eindigen op een -e of een -s (gris, timide). Qua regel.
  • beau, nouveau en vieux. Qua vorm.



Slide 6 - Diapositive

Phrases Clés G
Open je boek op p. 34 en lees mee. 

We gaan nu een aantal voorbereidende oefeningen doen, zodat jullie straks goed bezig kunnen met het beschrijven van een persoon in de tâche. 

- ex. 27a jeu: lève-toi
- ex. 27d: jeu de rôle
- ex. 29, jeu: qui-est-ce?


timer
20:00

Slide 7 - Diapositive

Un petit jeu
Lève-toi
Comment jouer?
  • Moi, je dis: Si tu as les cheveux blonds, lève-toi. 
  • Tu te lèves.
  • Après je dis: Assieds-toi et écoute la phrase suivante. 
  • Si tu as .....,lève-toi.
  • etc.


Slide 8 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu as les cheveux marron.

Slide 9 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu as les yeux verts.

Slide 10 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu mesures plus de 1m65.

Slide 11 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu portes les lunettes.

Slide 12 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu es sympa.

Slide 13 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu as les cheveux roux.

Slide 14 - Diapositive

Tâche: présente une personne


Lève-toi si tu as les yeux bleus.

Slide 15 - Diapositive

Vertaal:
Hij draagt een bril.

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal:

Zij is klein.

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal:

Zij (m mv) hebben bruin haar.

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal:

Noé is intelligent.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:

Wij hebben blauwe ogen.

Slide 20 - Question ouverte

Au travail!
Jullie gaan nu bezig met:
-ex. 27d

Jeu de rôle.
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Au travail!
Jullie gaan nu bezig met:
-ex. 29. 
Kies een persoon van p. 185
De ene gaat raden en stelt vragen die alleen te beantwoorden zijn met oui of non. 
De ander antwoord in hele zinnen terug.
- vb: C'est un garçon ou une fille?
         Ce n'est pas un garçon. / C'est une fille.
Ga door totdat je de juiste persoon hebt geraden. 
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Les devoirs
Leer voca A, B, E en F
Bestudeer de Phrases Clés C en G

Volgende keer:
Tâche!



Slide 23 - Diapositive