H4.1

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Van oorlog naar oorlog


Basis 2
Geschiedenis

Slide 3 - Diapositive

Startklaar

Doe je telefoon in je zakkie!

Pak je spullen (map, etui en boek)

Slide 4 - Diapositive

Lesplanning
1. Spullen check
2. Huiswerk bespreken
3. H4.1 lezen (blz.92 en 94)
4. H4.1 maken 


Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog over...

Waar hebben we het vorige les over gehad?

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen H4
Je kunt... uitleggen waarom het vorige tijdvak de naam 'Burgers en stoommachines' heeft gekregen
Je kunt uitleggen waarom dit tijdvak de naam 'De tijd van wereldoorlogen' heeft gekregen
Je kunt uitleggen waarom 'De tijd van wereldoorlogen' dit symbool heeft gekregen
Je kunt uitleggen wat de vier oorzaken van WO1 waren
Je kunt uitleggen wat de aanleiding van WO1 was
Je kunt uitleggen welke landen in WO1 tegenover elkaar stonden
Je kunt uitleggen wat aanleiding, oorzaak en gevolg is

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
De naam 'Eerste Wereldoorlog' werd pas voor het eerst rond 1920 gebruikt.

Veelgebruikte namen voor de oorlog zijn (nu nog steeds): The Great War (En.), Der Grosse Krieg (Dld.), La Grande Guerre (Fr.) of De Groote Oorlog (Bel.)

Slide 11 - Diapositive









"De oorlog die alle 
oorlogen zou beëindigen"

Slide 12 - Diapositive

Meer dan 9 miljoen militairen en naar schatting 8 miljoen burgers verloren het leven.

Slide 13 - Diapositive

Wat waren de oorzaken en aanleiding van WO1?
Oorzaken
De reden waarom iets gebeurt

Buskruit in een vat
Aanleiding
Gebeurtenis die iets in gang zet

De vonk

Slide 14 - Diapositive

Filmpje
Oorzaak 1 : Nationalisme

Slide 15 - Diapositive

1

Slide 16 - Vidéo

1. Nationalisme
Heel erg trots zijn op jouw land of volk

Jouw land is het beste!

Slide 17 - Diapositive

Wat mag je doen zodra je je diploma van de middelbare school hebt?

Slide 18 - Question ouverte

2. Kolonialisme

De strijd tussen Europese landen om koloniën

Laten zien hoe machtig je bent door zoveel mogelijk andere landen te veroveren!

Slide 19 - Diapositive

3. Militairisme

Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft

Vertrouwen in de kracht van het eigen leger!

Slide 20 - Diapositive

4. Bondgenootschappen


Andere Europese landen aan jouw kant krijgen zodat je samen sterker staat

Als jij aangevallen wordt, help ik jou! En andersom...

Slide 21 - Diapositive

Alleen vechten was misschien niet zo'n goed idee. Daarom waren landen bondgenoten van elkaar geworden. Er waren twee bondgenootschappen: de Geallieerden (rood in de kaart) en de Centralen (blauw in de kaart). 

Bekijk de kaart en sleep de vlaggen naar de juiste plek. Was een land neutraal? Sleep de vlag dan naar het groene vak. Klik op de vlag om de naam van het land te zien.
Neutraal
Centralen
Geallieerden
Frankrijk
Duitsland
Rusland
Verenigde Staten
Oostenrijk-Hongarije
Nederland
Groot-Brittannië
Turkse Rijk

Slide 22 - Question de remorquage

Het kruidvat
Alle oorzaken zorgen voor een explosieve situatie in Europa.
Het wachten is op de aanleiding, het aansteken van de lont...
Oorzaak 1: Nationalisme
Oorzaak 2: Militarisme
Oorzaak 3: Wapenwedloop
Oorzaak 4: Bondgenootschappen
De aanleiding: Moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, Franz Ferdinand

Slide 23 - Diapositive

Filmpje
De aanleiding

De moord op krronprins Franz Ferdinand

Slide 24 - Diapositive

Gavrilo Princip

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Test jezelf
Nu ga je een aantal vragen maken om te testen of je de stof hebt begrepen!

Slide 27 - Diapositive

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 28 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met nationalisme?
A
vlag
B
land
C
mitrailleur
D
volk

Slide 29 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 30 - Quiz

In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak
A
nationalisme
B
opkomst van Hitler
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 31 - Quiz

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar Nicolaas II
C
De moord op keizerin Sissi van Oostenrijk-Hongarije
D
De moord op kroonprins Franz Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije

Slide 32 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld?
vrienden – helpen – landen - oorlog

Slide 33 - Question ouverte

Bij welk bondgenootschap hoorde Engeland?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 34 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Duitsland?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 35 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Frankrijk?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 36 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Oostenrijk-Hongarije?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 37 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde het Ottomaanse Rijk (Turkije)?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 38 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Rusland?
A
De Geallieerden
B
De Centralen

Slide 39 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met militarisme?
A
soldaat
B
volkslied
C
uniform
D
medailles

Slide 40 - Quiz

00:19
Deze Turkse man is trots op zijn land. Hoe laat hij dat merken?

Slide 41 - Question ouverte

Huiswerk voor volgende les
H4.1 lezen (blz.92 en 94)
H4.1 maken (blz.93 en 95) vraag 1, 2, 4, 5, 6 en 7 

Slide 42 - Diapositive