Les Engels donderdag 9 april 2020 klas 3K3

English 3K
Thursday 9-4-2020


Today:
- Homework check
- grammar 6.2, opdracht 8
- Homework next lesson



Nature
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

English 3K
Thursday 9-4-2020


Today:
- Homework check
- grammar 6.2, opdracht 8
- Homework next lesson



Nature

Slide 1 - Diapositive

Homework check
(check = Friday 5PM)


  • Je kent de woorden van lesson 6.1
  • Je hebt opdracht 5, 6, 7 gemaakt

Als je dit ziet, ben jij goed bezig!

Slide 2 - Diapositive

Homework check:

What is the translation of the word 'cave'?
A
cape
B
grot
C
wijn
D
keel

Slide 3 - Quiz

Homework check:

What is the translation of the word 'rainforest'?
A
regen
B
grot
C
woud
D
regenwoud

Slide 4 - Quiz

Homework check:

What word am I looking for? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
remote
B
cave
C
island
D
rainforest

Slide 5 - Quiz

Homework check:

Match de woorden 
met de omschrijvingen.
quit
fascinating
explore
technique
set out
to search and discover to learn something
very interesting
a way of doing something using a special skill
to start doing something
to stop doing something

Slide 6 - Question de remorquage

Homework check:

Wat is een 'adjective'?
(bijvoeglijk naamwoord)
A
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
B
Een woord dat iets zegt over een werkwoord.

Slide 7 - Quiz

Homework check:

Wat is een 'adverb'?
(bijwoord)
A
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord.
B
Een woord dat iets zegt over een werkwoord.

Slide 8 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
My English teacher is an ____________ man!
A
incredible
B
incredibly

Slide 9 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
Although he sings ____________ false!
A
incredible
B
incredibly

Slide 10 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
Ahhh, they are ___________ in love!
A
deep
B
deeply

Slide 11 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
Wow! That is one ___________ hole!
A
deep
B
deeply

Slide 12 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
Chris is a ___________ runner.
A
slow
B
slowly

Slide 13 - Quiz

Homework check:

Kies of je hier een adjective
(bijvoeglijk naamwoord)
of een adverb
(bijwoord) moet invullen.
Be careful! you must cut the wire ____________ .
A
slow
B
slowly

Slide 14 - Quiz

In deze zin was 'slow' het juiste antwoord.
Leg uit waarom:
Chris is a slow runner.

Slide 15 - Question ouverte

In deze zin was 'incredibly' het juiste antwoord.
Leg uit waarom:
Although he sings incredibly false.

Slide 16 - Question ouverte

Homework check
All the answers correct?
Well done! Now let's move on to an old grammar subject: 
 
present perfect
vs
past simple

Slide 17 - Diapositive

Get to work!
- Bekijk het filmpje van grammar 6.2; (present perfect vs past simple)
- Maak daarna opdracht 8

Vrijdag 17:00 bekijk ik of je het werk gemaakt hebt.
VL rules!
You rule too!!

Slide 18 - Diapositive

Present perfect vs Past simple:

(be) He ________ a policeman since he was 20.
A
was
B
has been

Slide 19 - Quiz

Present perfect vs Past simple:

(become) In 2000 he __________ a policeman.
A
became
B
has become

Slide 20 - Quiz

1. Leer de woordjes van 6.1 via Quizlet
2. Leer grammar 6.2; present perfect vs past simple
3. Maak af: opdracht 8


Questions? Contact me please.

Slide 21 - Diapositive