doping

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Zoek een foto van de
bijwerkingen van Anabolen en plaats die hier

Slide 2 - Question ouverte

Door doping verlies ik de interesse in sport?
Ja
Nee

Slide 3 - Sondage

Doping zou (net als de techniek in de formule 1) een legaal onderdeel van de sport moeten worden?
Ja
Nee

Slide 4 - Sondage

Iemand die betrapt is op doping moet zijn hele leven geschorst worden.
Ja
Nee

Slide 5 - Sondage

Als ik een mooier lichaam wil, dan wil ik daar doping voor gebruiken.
Ja
Nee

Slide 6 - Sondage

Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?
A
Anabole steroïden
B
Amfetamine
C
Bloeddoping
D
Geen van allen

Slide 7 - Quiz

Wat is WADA?
A
Weighted Anti Doping Agency
B
World Anti Doping Agency
C
Russian Anti Doping Agency
D
European Anti Doping Agency

Slide 8 - Quiz

Welk land was de grootste producent van verboden middelen voor 2008?
A
Rusland
B
Amerika
C
China
D
Brazilië

Slide 9 - Quiz

Wat deed Putin meteen na de Olympische Spelen in Sochi?
A
Een enorm feest vieren met de Russische sporter in zijn eigen skigebied
B
Enorme bonussen uitdelen aan de sportminister en zijn onderdanen
C
Oorlog met Ukraine starten
D
Geen speciale activiteiten

Slide 10 - Quiz

Juist of onjuist
Anabole steroïden zorgen ervoor dat je meer zuurstof kan opnemen
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Juist of onjuist
Bij bloeddoping komen er extra witte bloedcellen in het bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist
Drugs worden via het bloed door het lichaam verspreid
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Nicotine, cafeïne, cocaïne, speed en xtc laten je hersens ..... werken
A
sneller werken
B
anders werken
C
trager werken
D
moeilijker werken

Slide 14 - Quiz

Wiet, alcohol, heroïne en slaapmiddelen zijn voorbeelden van..
A
bewustzijns-veranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen
D
vernietigende middelen

Slide 15 - Quiz