ik & jij (1) Ik ben mezelf - Dat doe ik wel! (1)

• Voorlichting
• Basisschool
• Groep 7

Ik & Jij

1.1. Ik ben mezelf 

Dat doe ik wel!

Daar gaat het niet om!

Lesdoel

Ik kan een eigenschap van mezelf vertellen aan anderen.

Wat zijn eigenschappen?

Eigenschappen: Een eigenschap is iets in je karakter wat bij jou hoort. Er zijn goede en slechten eigenschappen. 

Wat is karakter?

Karakter: Je karakter is hoe je bent. Heb je bijvoorbeeld een rustig karakter, dan ben je vaak rustig. Heb je een opvliegend karakter dan word je gauw kwaad.

voorbeeld eigenschappen

Waar kom ik eigenschappen tegen?

Iedereen heeft eigenschappen, goede en slechte eigenschappen. Karaktereigenschappen vertellen je wie jij bent en vertelt ook wie de ander is.

Waarom is het belangrijk?

Karaktereigenschappen vertellen je wie jij bent. Wat jij prettig vindt en wat jij niet prettig vindt. Waar jij boos, verdrietig, blij of bijvoorbeeld enthousiast van wordt. Als je dat weet van jezelf, dan kan je dat ook een ander vertellen die daar rekening mee kan houden.

Wisbordje: waar of niet waar!

Ik heb grote voeten. 

Grote voeten is een eigenschap.

Wisbordje: Waar of niet waar!

Ik ben altijd serieus in mijn werk.

Serieus is een eigenschap.

Wisbordje: Waar of niet waar?

Mijn broer kan mij altijd heel goed troosten.

Troosten is een eigenschap. 

Wisbordje: Waar of niet waar?

Mijn beste vriendin heeft een koelkast voor met boodschappen. 

Een koelkast vol met boodschappen is een eigenschap.

Deze twee mensen gaan samen koken en tafeldekken.

 

Wie van de twee kookt?

Wie van de twee dekt de tafel?

Deze twee mensen gaan samen koken en tafeldekken.

 

Wie van de twee kookt?

Wie van de twee dekt de tafel?

Deze twee mensen gaan samen koken en tafeldekken.

 

Wie zal de borden van  het bovenste kastje pakken?

Deze twee mensen gaan samen koken en tafeldekken.

Wie zal de borden van het bovenste kastje pakken?

Wat gebeurt er in het gesprek?

Kun je een eigenschap van de meneer vertellen?

Kun je een eigenschap van de mevrouw vertellen?

De meneer wil meteen tot een oplossing komen. Een eigenschap van deze meneer is dat hij een oplosser is. 

Past de eigenschap van deze meneer bij deze mevrouw?

Welke eigenschappen zou jij kunnen inzetten bij deze mevrouw?

Welke eigenschappen zou jij kunnen inzetten om deze meneer duidelijk te maken dat jij het niet meteen oplossen wil?