Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Vergrotingsfactor en schaal
2 mavo
H6 -Vergroten en verkleinen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Oefening
bereken de vergrotingsfactor
Stel dat BC = 2 cm, hoe lang is B'C' dan?
3 cm
5 cm
Slide 6 - Diapositive
Oefening
bereken de vergrotingsfactor
Stel dat BC = 2 cm , hoe lang is B'C' dan?
vergrotingsfactor = 5: 3= 1,6666...
vergr. fact. ≈ 1,7
B'C'= 2 x 1,7 ≈ 3,4 cm
3 cm
5 cm
Slide 7 - Diapositive
Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is de vergrotingsfactor
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Zie de afbeelding en bereken de vergrotingsfactor
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 19 - Question ouverte
Bereken de vergrotingsfactor en bereken daarmee de overige zijden.
Slide 20 - Question ouverte
Driehoek ADE is de vergroting van driehoek ACB. Wat is de vergrotingsfactor?
Slide 21 - Question ouverte
Oppervlakte en inhoud vergroten
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Inhoud vergroten
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Wat is de vergrotingsfactor ?
A
2
B
0,5
Slide 29 - Quiz
Wat is de vergrotingsfactor van de oppervlakte?
A
4
B
2
Slide 30 - Quiz
De vergrotingsfactor voor de oppervlakte is 4. Wat is de oppervlakte van het grote vierkant?
A
36cm²
B
9cm²
C
36cm
D
9cm
Slide 31 - Quiz
Stel: Er is een kubus met een inhoud van 27cm³. En de normale vergrotingsfactor is 2. Wat zou dan de inhoud zijn van de grotere kubus?
A
216cm³
B
54cm³
C
108cm³
Slide 32 - Quiz
Vergrotingsfactor
Oppervlakte
Inhoud
hoeveel keer is het figuur vergroot?
De vergrotingsfactor in het kwadraat (²)
De vergrotingsfactor tot de macht 3 (³)
Heb je gecheckt of je het ² (oppervlakte) of ³(inhoud) in je antwoord hebt gezet?
Slide 33 - Diapositive
Wat is de oppervlakte bij een vergrotingsfactor van 3?
Slide 34 - Question ouverte
De inhoud van een klein glas is 30 cl. Er is ook een groot glas. De vergrotingsfactor is 2,1. Hoeveel cl gaat er in het grote glas? Vul alleen het getal in en schrijf dit op met 2 decimalen.
Slide 35 - Question ouverte
Bekeken de oppervlakte van de vergroting.
Slide 36 - Question ouverte
Logo II is een vergroting van logo I. De oppervlakte van logo I is 42,6 cm2. Bereken eerst de vergrotingsfactor. Bereken daarna de oppervlakte van logo II
Slide 37 - Question ouverte
Vat I heeft een inhoud van 35 liter. De vergrotingsfactor is 1,8. Wat is de nieuwe inhoud? Vul alleen het getal in en rond af op 2 decimalen.
Slide 38 - Question ouverte
Kees laat een mooie foto vergroten. De oppervlakte van de kleine foto is 150 cm2. De foto wordt met een vergrotingsfactor van 1,7 vergroot. Wat is de oppervlakte van de nieuwe foto? Rond af op 1 decimaal
Slide 39 - Question ouverte
Van een parfumfles van 30ml wordt nu ook een grotere versie gemaakt. Dit is een vergroting, de vergrotingsfactor is 4. Wat is de inhoud van de grote versie?