Deel 8a, blok 1, week 4 Les 3 SCHAAL

• Rekenen
• Basisschool

           Schaal  

--                                   

Hier hebben we het vaker over gehad.

Dus gaan we even kijken wat we er nog van weten....

Wanneer reken je
met schaal?

Bijvoorbeeld:
- een landkaart
- een wereldbol
- Google maps
- de tekeningen in je biologieboek
- een plattegrond van je huis
- een modelautootje
- een schaalmodel van een gebouw/schip/machine/wat dan ook.
- foto's (maar daarbij staat de schaal meestal niet aangegeven)
- de wassen beelden in Madam Tussauds zijn modellen met schaal 1:1

Lesdoel

Ik kan afmetingen in het echt berekenen op basis van formele schaalaanduiding

(bv 1 : 100).

Op schaal rekenen is altijd in centimeters!!

1 : 30

1 staat tot 30

1 cm is in werkelijkheid 30 cm

Vul in:

op je wisbord.

Voorbeeld

Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog. De schaal is 1 : 200.

Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?

5 x 200 = 1000 cm

1000 cm = 10 m

JUF DOET HET VOOR

1. Maak van de meters eerst centimers
2. Zet dit in een verhoudingstabel

TIP!!!!!!!!

Gebruik altijd de verhoudingstabel!

Schaal (S)

Werkelijkheid (W)

Overleg met elkaar.

Schrijf het antwoord op je wisbord.

Een modelauto is 10 cm.

In het echt is de auto 4 m. Wat is dan de schaal?

Gebruik een verhoudingstabel.

Jij doet het alleen

Let op! In de video zit een klein typfoutje. Bij de eerste stap van de verhoudingstabel waarmee de breedte van de WisWereld studio op schaal wordt berekend (vanaf 1 minuut 54), staat :2 in plaats van x2.

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Juf doet het voor

Maak van de cm eerst meters

Gebruik een verhoudingstabel

Nu jullie. vertel elkaar hoe je dit hebt uitgerekend.

Nu jij?

Aan het werk

 Deel 8a, blok 1, week 4, Les 3

Opgave 1

Opgave 2

Opgave o

Plussen