Wk03a+b / H3 / Classes CW66

Classes
CSD-I
H3 / week 3
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Classes
CSD-I
H3 / week 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les / week
  • Kennis ophalen
  • Weekcheck H2 bespreken ('onderhouds-checker')
  • Classes: zelf maken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het programma en beantwoord:
1. Op r1 is 'var' gebruikt, waarom kan dat?
2. Is var een datatype?

3. Wat doet r24?

4. Wat is de scope van de foreach op r13?

5. Je ziet één attractie aan de lijst worden toegevoegd. Wordt voor deze attractie de if-statement waar?
Algemeen:
6. Hoe open je een bestaand project in Visual studio?

7. C# is een 'gecompileerde taal', wat betekent dat?

8. Welke datatype gebruik je voor kommagetallen?

9. Waarvoor gebruik je <tabs> in een C#-programma?
Klik en zoom

Slide 3 - Diapositive

Vragen laten beantwoorden in textdocumentje en daarna "cold call" vragen in de klas.
Declareren
Definiëren
Scope
Opmaaktaal
IDE
Visual Studio
{ ... }
int counter = 0;
int counter;
XAML

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Definieer een variabele waarin je het aantal studenten van de opleiding kunt opslaan; dit zijn 423 studenten.

2. Declareer een variabele voor het kenteken van een auto.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

&&
+
*
||
!=
<=
-
>
/

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan de slag


Lezen + maken H3,
paragraaf 3 t/m 5
(bladzijde 49)

Dus: Project 1 + 2
uit H3_Oefeningen_Syntax





Klaar: 
Paragraaf 6 en 7.

Hulp:
Overleg met je buur
Vraag de docent
Stilte, werk voor jezelf
Overleg met buur is ok
Werk in groepjes
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht - samen of zelfstandig
De winkelketen Kubus.Com gaat strooien met kortingen in de komende vier dagen. De CEO van het bedrijf mevrouw Gill Bates kwam op het idee om de klanten korting te geven op basis van de hoogte van de aankoop. Hoe duurder het product hoe hoger het kortingspercentage. Maak een applicatie genaamd KortingsBerekening die laat zien wat een product kost.

  • Als de app start kun je het bedrag intypen dat de klant eigenlijk zou moeten betalen (zonder korting dus).
  • Daarna wordt het kortingspercentage bepaald:
  •       Producten tot 10 euro krijgen 5% korting.
  •       Producten tot 40 euro krijgen 12,50% korting.
  •       Producten tot 100 euro krijgen 15% korting.
  •       Producten vanaf 100 euro krijgen 21,5% procent korting.
  • Tenslotte toont app:
  •        Het te betalen bedrag (minus de korting)
  •        Het kortingsbedrag

Slide 11 - Diapositive

Samen opbouwen of zelfstandig laten doen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom klassen / classes?
  • Een klasse een soort datatype dat we zelf maken.

  • Maken van lijsten met items van ons eigen datatype.

  • We gebruiken (lijsten van) klassen om complexe structuren te beschrijven.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom klassen / classes?
  • Een klasse een soort datatype dat we zelf maken.

  • Maken van lijsten met items van ons eigen datatype.

  • We gebruiken (lijsten van) klassen om complexe structuren te beschrijven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse beschrijft altijd een 'ding'
Bijvoorbeeld: een auto, gebruiker, attractie, student, etcetera.

  • Zo'n ding heeft eigenschappen.
  • Een klasse heeft dus óók eigenschappen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse beschrijft altijd een 'ding'
Bijvoorbeeld: een auto, gebruiker, attractie, student, etcetera.

  • Zo'n ding heeft eigenschappen.
  • Een klasse heeft dus óók eigenschappen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse beschrijft altijd een 'ding'
Bijvoorbeeld: een auto, gebruiker, attractie, student, etcetera.

  • Zo'n ding heeft eigenschappen.
  • Een klasse heeft dus óók eigenschappen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse beschrijft altijd een 'ding'
Bijvoorbeeld: een auto, gebruiker, attractie, student, etcetera.

  • Zo'n ding heeft eigenschappen.
  • Een klasse heeft dus óók eigenschappen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse is nog geen ding
  • Een klasse beschrijft eigenschappen van ons 'datatype'

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse is nog geen ding
  • Een klasse beschrijft eigenschappen van ons 'datatype'
  • Pas als je het          keyword gebruikt, ga je van 'beschrijving' naar 'echt ding'.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse is nog geen ding
  • Een klasse beschrijft eigenschappen van ons 'datatype'
  • Pas als je het          keyword gebruikt, ga je van 'beschrijving' naar 'echt ding'.
  • Een echt object maken op basis van een klasse heet instantiëren.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse heeft eigenschappen
  • Bij het instantiëren van een object, vul je de eigenschappen van dat ene 'ding' in.
  • Dat kan alleen als die eigenschappen in de klasse ('blauwdruk') zijn beschreven.
  • Eigenschappen van een klasse beschrijven de eigenschappen die een 'ding' in het echt heeft. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een klasse heeft eigenschappen
  • Bij het instantiëren van een object, vul je de eigenschappen van dat ene 'ding' in.
  • Dat kan alleen als die eigenschappen in de klasse ('blauwdruk') zijn beschreven.
  • Eigenschappen van een klasse beschrijven de eigenschappen die een 'ding' in het echt heeft. 
Bijvoorbeeld: class Computer met eigenschappen Merk, Type, Schermgrootte, CPU, etc..

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Access modifier ('toegang aanpasser')
  • Dit beperkt vanuit waar een eigenschap bereikt kan worden.
  • Gebruik voor nu altijd public bij eigenschappen.
  • Met 'public' is de eigenschap vanuit hele project in te stellen/aanpassen.
  • In Blok C ook nog: private, protected en internal.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Datatype
Net als bij een variabele geef je ook hier het datatype aan.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naam van de eigenschap
  • UpperCamelCase
  • Beschrijft eigenschap/attribuut van de klasse
  • Booleans beginnen met “Is”. Bijvoorbeeld: IsAvailable, IsAlive
  • Andere voorbeelden: Name, Age, Title, Text

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Getters en setters
  • Deze eigenschap kan worden opgevraagd én ingesteld.
  • Gebruik voor nu altijd zowel get als set: { get; set; }
  • In de toekomst ga je eigenschappen zien die alleen gelezen kunnen worden (read-only).

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Classes

Slide 38 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions



Een klasse is een...
A
Variabele
B
Item in een lijst
C
Soort datatype
D
Object

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plek waar de klasse staat. Hierdoor kunnen verschillende ontwikkelaars dezelfde klassenamen gebruiken.
Beschrijft een attribuut van een klasse.
Het concreet maken van een klasse.
Geven aan of de eigenschap gelezen of ingesteld kan worden.
Concreet voorbeeld van klasse; instantie.
Bepaalt de toegankelijkheid.
Beschrijft een ding.
Klasse
Object
Namespace
Eigenschap
Access modifier
Getters en setters
Instantiëren

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik-en-zoom:

De klassenaam wordt bepaald op regel...
(vul alleen een getal in)

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op regel nummer ……………… wordt een
object geïnstantieerd.

(vul alleen een getal in)

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Er wordt een eigenschap gedeclareerd
op regel nummer ………………

(vul alleen een getal in)

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op regel nummer ……………… wordt een
eigenschap gevuld met een waarde.

(vul alleen een getal in)

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan de slag


Lezen + maken H3,
paragraaf 6 t/m 7
(bladzijde 52)




Klaar: 
Herhalingsopdracht H3
(gele kader)

Hulp:
Overleg met je buur
Vraag de docent
Stilte, werk voor jezelf
Overleg met buur is ok
Werk in groepjes
timer
10:00

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evt. herhalingsopdracht H1
(zie boekje)

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evt. herhalingsopdracht H3
(zie boekje)

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan de slag


Weekcheck H3
Stilte, werk voor jezelf
Overleg met buur is ok
Werk in groepjes

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions