Basisstof 2 Voedselrelaties

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
Basisstof 2 Voedselrelaties
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
Basisstof 2 Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
3 Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.

 
4 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.

5 Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.

Slide 2 - Diapositive


Een lieveheersbeestje eet bladluis
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH

Slide 3 - Quiz

Drie groepen eters
Als het ene organisme een ander organisme eet, heet dat een voedselrelatie.

  • Planteneters (herbivoren) eten plantaardig voedsel.

  • Vleeseters (carnivoren) eten dierlijk voedsel.

  • Alleseters (omnivoren)eten plantaardig en dierlijk voedsel.

Slide 4 - Diapositive

Voedselketen


Een voedselketen begint altijd met een plant (producent) deze wordt opgegeten door een consument  en zo verder.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Voedselweb
Als je in een levensgemeenschap meerde voedselketens hebt kan je deze samenvoegen dit noem je een voedselweb.

De pijl wijst naar het dier dat de opgegeten wordt.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Producenten
Zijn altijd planten.

Waarom producenten? Planten maken hun eigen voedsel en eten dus niks anders op. 

CO2, water en zonlicht zijn hun "voedsel", dat zij omzetten in zuurstof.

Slide 9 - Diapositive

Consumenten
 Dit zijn alle dieren
Zij consumeren (eten) de producenten

Eten zij alleen planten dan zijn het planteneters (herbivoren)
Eten zij alleen dieren dan zijn het vleeseters (carnivoren)
Eten zij planten en dieren zijn het alleseters (omnivoren)

Slide 10 - Diapositive

afvaleters
Afvaleters voeden zich met dood organisch materiaal. 

Slide 11 - Diapositive

Reducenten
Niet alle planten en dieren worden gegeten. Als deze dood gaan eten de afvaleters de resten op. 
Bacteriën en schimmels kunnen de omgezette stoffen weer omzetten in stoffen die planten weer kunnen gebruiken.

Bacteriën en schimmels noemen we reducenten (ze reduceren iets).

Dit is belangrijk voor de kringloop van stoffen

Slide 12 - Diapositive

Waar horen mensen bij?
A
alles-eters
B
vlees-eters
C
planten-eters
D
mee-eters

Slide 13 - Quiz

Onder welke groep vallen afval-eters?
A
Consumenten
B
Producenten
C
Reducent

Slide 14 - Quiz

Consumenten
Afvaleters
Reducenten
Producenten

Slide 15 - Question de remorquage

Afbreekbaar of niet?
Reducenten breken de dode resten van planten en dieren af. Deze dode resten zijn biologisch afbreekbaar. Ook sommige soorten afval zijn biologisch afbreekbaar, bijvoorbeeld eierschalen, broodkorsten en papier.

Mensen maken ook producten van glas, metaal, plastic en steen. Afval van deze producten noem je niet-biologisch afbreekbaar afval. Reducenten kunnen dit afval namelijk niet afbreken.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!

Maak in je boek de opdrachten van basisstof 2 voedselrelaties.

Maak online de test jezelf van basisstof 1 en basisstof 2.

Slide 17 - Diapositive