Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.3 Belasting op shoppen?
5.3 belasting op shoppen?
Terugblik
BTW
Berekenen van btw en consumentenprijs
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
5.3 belasting op shoppen?
Terugblik
BTW
Berekenen van btw en consumentenprijs
Slide 1 - Diapositive
§ 5.3 Belasting op shoppen?
Leerdoelen:
Je weet wat btw is
Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is
Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent
Slide 2 - Diapositive
Wat is omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Inkoopprijs x verkoopprijs
C
Afzet x verkoopprijs
D
Afzet : verkoopprijs
Slide 3 - Quiz
Sem koopt stoelen in voor 340 euro.
Hij wilt een brutowinstopslag van 30%
Bereken de verkoopprijs.
Slide 4 - Question ouverte
Sem verkoopt nu 35 stoelen voor 442 euro per stuk. Bereken zijn omzet.
Slide 5 - Question ouverte
Waar staat btw voor?
Slide 6 - Carte mentale
Btw (1)
Slide 7 - Diapositive
§ 5.3 Belasting op shoppen?
Samen met een vriendin ga je dag je naar de dierentuin. Je
koopt online een entreekaartje. Op de afrekening zie je dat je
ook btw hebt betaald.
Btw
=
B
elasting
T
oegevoegde
W
aarde
Slide 8 - Diapositive
§ 5.3 Belasting op shoppen?
Btw is de belasting die de winkelier moet optellen bij de
verkoopprijs. Als je iets koopt, betaal je als consument
altijd btw. Een andere naam voor btw is
omzetbelasting
.
Het btw-tarief is voor de meeste producten 21%
Voor basisbehoeften als levensmiddelen en
geneesmiddelen betaal je 9% (voor 2019 was dit nog 6%)
Slide 9 - Diapositive
§ 5.3 Belasting op shoppen?
Je koopt een trui voor € 30. In die prijs zit de btw. De btw is € 5,20. De winkelier draagt deze €5,20 af aan de Belastingdienst.
Omdat btw een belasting is die je via een winkelier of webshop aan de overheid betaalt, noem je de btw een
indirecte belasting
.
Slide 10 - Diapositive
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
( Verkooprijs + BTW )
BTW berekenen:
€ 125 : 100 x 21% = € 26,25
of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
Consumentenprijs berekenen
€ 125 + € 26,25 = € 151,25
Slide 11 - Diapositive
Jipp verkoopt kleding. Haar rokjes hebben een verkoopprijs
van € 25 (exclusief btw). De btw is 21%. Wat is de consumentenprijs?
Slide 12 - Question ouverte
Hoeveel procent btw betalen we voor de volgende producten?
21%
21%
6%
6%
Slide 13 - Question de remorquage
Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde
Slide 14 - Quiz
Vandaag:
Blz 138 maken opdracht 36 tot 47
Niet af = huiswerk
Slide 15 - Diapositive
5.3 deel 2
Terugblik
Prijs inclusief en exclusief btw
Consumentenprijs
Slide 16 - Diapositive
Inkoopprijs + brutowinstopslag = Verkoopprijs
Verkoopprijs + btw = consumentenprijs
Brutowinstopslag = (procent : 100 x inkoopprijs)
btw = (21% of 6 % : 100 x verkoopprijs)
Slide 17 - Diapositive
Tim verkoopt t-shirts. Zijn verkoopprijs is 230 euro. BTW is 21%. Bereken de consumentenprijs.
Slide 18 - Question ouverte
is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief
Slide 19 - Quiz
Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
de btw
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs
Slide 20 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 21 - Quiz
Prijs excl. en incl. btw berekenen
Van
inclusief
naar
exclusief
:
hoe doe je dat ?
Slide 22 - Diapositive
Verkoopprijs inclusief en exclusief btw voorbeeld
Een jas kost inclusief btw € 19,00. Op een jas zit 21% btw. Bereken de prijs zonder btw.
Prijs zonder btw = altijd 100%.
Slide 23 - Diapositive
Chaima verkoopt tassen voor 56 euro (Inclusief 21% btw).
Bereken wat de prijs zou zijn zonder btw.
Slide 24 - Question ouverte
Groenteboer Piet verkoopt bloemkool. De verkoopprijs van de bloemkolen zijn € 2 per stuk (exclusief btw). Wat is de consumentenprijs?
Slide 25 - Question ouverte
Blz 25
opdracht 52 tot 57 of online leeromgeving
Slide 26 - Diapositive
Blz 140 opdracht 48 tot 52
Heel paragraaf 5.3 moet af
S.O 5.2 en 5.3 vrijdag 18 Juni.
Slide 27 - Diapositive
§ 5.3 Belasting op shoppen?
Groenteboer Piet verkoopt bloemkool. De verkoopprijs van de bloemkolen zijn € 2 per stuk (exclusief btw). Wat is de consumentenprijs?
Stap 1:
Bereken de btw
De btw is 6% van € 2 = 0,06 x € 2 =
€0,12
Stap 2:
Tel de btw op bij de verkoopprijs
De consumentenprijs wordt
€2 + €0,12 = €2,12
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.3 Belasting op shoppen?
Février 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Avril 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Février 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Juin 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Mai 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen?
Mai 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
Mars 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.3 Wat betaalt de consument?
Août 2018
- Leçon avec
35 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld