Onderdeel 4 Leesvaardigheid Hoofdstuk 2 Tekstdoel en publiek
Onderdeel 4 Leesvaardigheid Hoofdstuk 2: Tekstdoel en publiek
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Onderdeel 4 Leesvaardigheid Hoofdstuk 2: Tekstdoel en publiek
Slide 1 - Diapositive
Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands
- Je schrift
- Je pen/etui
timer
1:30
Slide 2 - Diapositive
Wat we doen:
Doelstelling Onderdeel 4 hoofdstuk 2
Uitleg tekstdoel en publiek
Aan de slag!
Slide 3 - Diapositive
Doelstellingen:
Je leert over tekstdoel en publiek.
Slide 4 - Diapositive
Aan de slag!
Maken startopdracht
Vul in één woord in waarover deze tekst gaat.
Wat voor soort tekstsoort is dit?
Voor welk publiek is de tekst geschreven?
Wat wil de schrijven van de tekst dat je doet?
waarom zou jij wel/niet naar een reünie van jouw basis- school gaan?
timer
5:00
Slide 5 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met publiek?
Slide 6 - Question ouverte
Tekstdoel
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel. Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen.
Er zijn veel verschillende tekstdoelen. Bijvoorbeeld:
Slide 7 - Diapositive
Publiek
Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.
Slide 8 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 9 - Lien
Tekst 1: Grenzeloos verliefd
We lezen samen de tekst 2, 3 en 4
Maak opdracht 1
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag!
We lezen tekst 5 Wintersport
Maak opdracht 2 en 3
Samen nakijken
timer
20:00
Slide 11 - Diapositive
Aan de slag!
We lezen tekst 7 Wat is griep?
Maak opdracht 4 en 5
Samen nakijken
timer
20:00
Slide 12 - Diapositive
Welke tekstdoelen zijn er?
Slide 13 - Question ouverte
Waarom is het belangrijk dat de schrijver zijn publiek goed kent?