Rijk en arm in de wereld
De vorige les ging over:
A
Armoede in Nederland
B
Armoede in Europa
C
De provincies in Nederland
D
Weet ik niet meer
1 / 14
Éléments de cette leçon
De vorige les ging over:
A
Armoede in Nederland
B
Armoede in Europa
C
De provincies in Nederland
D
Weet ik niet meer
Slide 1 - Quiz
Wat waren de 4 basisbehoeften die je nodig hebt om te leven?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Ontwikkelingsland is een ander woord voor 3e wereldland
A
GOED
B
FOUT
Slide 6 - Quiz
Welk kenmerk hoort niet bij een ontwikkelingsland?
A
Niet kunnen lezen en schrijven
B
Veel kinderen krijgen
C
Weinig verdienen
D
Weinig inwoners
Slide 7 - Quiz
Wonen
Voedsel
Gezondheidszorg
Onderwijs
maximaal 30 minuten rijden
Ziekenwagen maximaal 10 minuten
Soms wel 5 of 10 uur rijden
Bijna geen ziekenwagens
Slide 8 - Question de remorquage
In ontwikkelingslanden in het verschil tussen rijk en arm:
A
Groter dan in Nederland
B
Kleiner dan in Nederland
Slide 9 - Quiz
In ontwikkelingslanden krijgen ze gemiddeld
A
Meer kinderen
B
Minder kinderen
Slide 10 - Quiz
Ik vind dat Nederland meer moet doen om mensen in 3e wereldlanden te helpen.
JA
NEE
Slide 11 - Sondage
Ik heb zelf wel eens iets gedaan om mensen in een 3e wereldland te helpen.
JA
NEE
Slide 12 - Sondage
Wat kun jij doen om mensen in een 3e wereldland te helpen?
Slide 13 - Question ouverte
Wat heb je van deze les onthouden?
