Di 02-11-2021 Toetsweek

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

AT3A
Dienstag, 2 November 2021

Slide 2 - Diapositive

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Toetsstof
  • Herhalen Grammatica
  • Oefentoets

Slide 3 - Diapositive

PW week
  • Haben, sein, werden (o.v.t.= verleden tijd)
  • Voltooide tegenwoordige tijd (v.t.t.) 
+ Lijst zwakke werkwoorden/sterke werkwoorden
  • hoofd- en rangtelwoorden
  • kloktijden
  • tijdsbepalingen
  • woorden (Lernboxen 1 t/m 6, Kapitel 1) GEEN ZINNEN!!!
Alleen hoe het er staan, niet beide kanten op.
telt 2x mee

Slide 4 - Diapositive

Was weißt du noch?


Über die Grammatik 

16 Fragen

Slide 5 - Diapositive

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Wo _____ du im Sommer?
A
warst
B
hattest
C
hatte
D
wurdest

Slide 6 - Quiz

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Wir ______ eine Grillparty am Strand?
A
waren
B
warsten
C
hatten
D
wurden

Slide 7 - Quiz

Vul juiste vorm van haben/sein/werden (v.t.).

Es ____ noch hell, aber plötzlich gab es einen heftigen Sturm.
A
war
B
bin
C
hatte
D
wurde

Slide 8 - Quiz

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(vliegen) Ich _____ mit fünf anderen Schülern nach London ____.
A
bin, geflogen
B
bist, geflugen
C
hast, gefliegen
D
habe, gefliegen

Slide 9 - Quiz

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(rijden) Manchmal _____ wir ins Zentrum ____.
A
habt, gefieren
B
haben, gefaren
C
sind, gefahren
D
sind, gefuhren

Slide 10 - Quiz

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(telefoneren) _____ du heute schon mit deiner Gastfamilie ____?
A
bist, telefonieren
B
habe, getelefoniert
C
hast, getelefonieren
D
hast, telefoniert

Slide 11 - Quiz

v.t.t. vorm van haben/sein + voltooid deelwoord

(sein) _____ ihr im Juli noch im Urlaub ____?
A
Seid, gewesen
B
Habt, geweesen
C
Sind, gewiesen
D
Haben, wesen

Slide 12 - Quiz

Schrijf het getal voluit
25
A
fünfenzwanzig
B
fünfundzwanzig
C
funfundzwanzig
D
fünfundzwanzich

Slide 13 - Quiz

Schrijf het getal voluit
700
A
siebenhondert
B
siebenhunderd
C
siebenhundert
D
siebhundert

Slide 14 - Quiz

Schrijf het getal voluit
8
A
acht
B
icht
C
neun
D
echt

Slide 15 - Quiz

Schrijf hoe laat het is:
15:30
A
halb vier
B
fünfzehn Uhr dreißig
C
half drei
D
funfzehn uhr dreißich

Slide 16 - Quiz

Schrijf hoe laat het is:
11:00
A
elf Uhr
B
zehn Uhr
C
elb oer
D
elf uhr

Slide 17 - Quiz

Schrijf hoe laat het is:
17:45
A
viertel für fünf
B
siebzehn Uhr fünfundvierzig
C
Viertel vor fünf
D
siebenzehn Uhr fünfundvierzig

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste tijdsbepaling in:
Die Sommerferien dauern ___ August ____ September.
A
am, bis
B
im, bis
C
von, bis
D
um, bis

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste tijdsbepaling in:
___ acht Uhr fängt die Schule an.
A
am
B
im
C
von
D
um

Slide 20 - Quiz

Vul de juiste tijdsbepaling in:
____ Dezember haben wir wieder Ferien.
A
am
B
im
C
von, bis
D
um

Slide 21 - Quiz

 Übungsprüfung machen
oefentoets maken
  • Was (wat)? 
Oefentoets maken 
Ga naar magister --> studiewijzer --> PW --> Übungsbuch
  • Wie (hoe)? Online of op papier
  • Hilfe (hulp)? Buren, boek
  • Zeit (tijd)? 15:20





An die Arbeit!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive