Herhaling Hst 7 Zuren en basen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Oefentoets/ Herhaling Hst 7

 

Nodig: schrift, rekenmachine en binas en eventueel lesboek.

Keuze

Aan de slag met de testopdrachten/toepassingsopdrachten Hst 7 en Hst 8  in de exo ruimte

of 

Herhaling/ oefenen met deze lesson up

Sleep de termen naar de juiste plaats op de pH schaal.

zure oplossing

neutrale oplossing

basische oplossing

Noteer de naam van de leerling met het juiste idee.

Maak deze zin af:

Een zuur is ...

Maak deze zin af:

Een basische oplossing bevat ...

BASE

ZUUR

Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Ethaanzuur kan .... H+ ionen afstaan

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

Oxaalzuur kan .... H+ ionen afstaan

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

Sleep de formule naar de juiste naam.

chloride-ion

fosfaation

fosforzuur

zwavelzuur

acetaation

nitraation

carbonaation

sulfaation

koolzuur

salpeterzuur

azijnzuur

waterstofchloride

Als je het gas HCl door water leidt, ontstaat de oplossing die hiernaast schematisch is weergegeven. Deze oplossing heet zoutzuur.

Je noteert zoutzuur als:

1. H3O+ (aq) + Cl-(aq)
2. H+ (aq) + Cl-(aq)
3. HCl (aq)
4. HCl (g)

Wat is er fout gegaan bij de notatie van de vergelijking over het oplossen van perchloorzuur (HClO4 (l)) in water?

HClO4 (aq)+ H2O (l)-> ClO4 (aq) + H3O (aq)

Vraag 9) Sleep de formule naar de juiste naam.

hydroxide-ion

oxide-ion

ammoniak

carbonaation

waterstofcarbonaation

koolzuur

ammoniumion

natronloog

kaliloog

kalkwater

Na+ (aq) + OH-(aq)

K+ (aq) + OH-(aq)

Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

Wanneer je een zure oplossing verdunt met water ...

1. ... wordt de pH lager.
2. blijft de pH gelijk.
3. ... wordt de pH hoger.

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

De pH van een zure oplossing is 4,18.
Bereken [H3O+ (aq)] in het juiste aantal significante cijfers.

In 1,00 L water wordt 4,5x10-3 mol NaOH opgelost. Bereken de pH in het juiste aantal significante cijfers.

Tommy wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator.
Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.

1. 3,8 < pH < 5,5
2. 3,8 < pH < 4,4
3. 5,4 < pH < 5,5
4. 4,4 < pH < 4,8

YESSSS!

Eerste gedeelte is klaar!

 Sterk en zwak

1. Dat doen de moleculen van salpeterzuur die in de oplossing bewegen.
2. Salpeterzuur is een sterk zuur en splitst in ionen en die kunnen bewegen in de oplossing
3. Omdat de oplossing een hoge pH heeft
4. Waterstof reageert met het negatieve ion

Ik los 1,0 mol van een sterk zuur en 1,0 mol van een zwak zuur op in water.

Welke oplossing geleidt de stroom het beste en waarom?

Wat is de juiste notatie van een oplossing van salpeterzuur?

1. HNO​3​​(aq)
2. H​3​​O​+​​(aq)+NO​3​−​​(aq)

Wat is de juiste notatie van een ammoniakoplossing?

1. NH​3​​(aq)
2. NH​4​​​​​​+​​(aq)+OH​−​​(aq)

Wat is de juiste notatie voor een oplossing van calciumoxide?

1. CaO(aq)
2. Ca​2+​​(aq)+O​2−​​(aq)
3. Ca​2+​​(aq)+2OH​−​​(aq)

In een oplossing van methaanzuur stelt het volgende evenwicht zich in.

Waar ligt het evenwicht? Zoek uit met behulp van de Kz

1. evenwicht ligt links
2. evenwicht ligt rechts

Welke uitspraak is waar?

Hoe zwakker een zuur is hoe ...

1. ... hoger de waarde van de Kz van het zuur en hoe sterker de geconjugeerde base.
2. ... lager de waarde van de Kz van het zuur is en hoe sterker de geconjugeerde base.
3. ... hoger de waarde van de Kz van het zuur en hoe zwakker de geconjugeerde base.
4. ... lager de waarde van de Kz van het zuur en hoe zwakker de geconjugeerde base.

YESSSS!

Weer een gedeelte afgerond..

.

Leerdoelen

• Je leert om een zuurbase reactie te herkennen.
  
• Je leert om zelf een zuurbase reactievergelijking op te stellen.
  

Zuurbase reacties

• Een zuur en een base reageren altijd samen.
• Hierbij worden één of meerdere H+ ionen overgedragen van zuur naar base.

Voorbeeld: 6 HF + Fe2O3 -> 6 F- + 2 Fe3+ + 3 H2O

• HF is een (zwak) zuur: staat een H+ af waarbij F- overblijft.
• Fe2O3 bevat O2- ionen, die reageren als (sterke) base: neemt H+ op waarbij water ontstaat.

BaO + H2O -> Ba2+ + 2 OH-

Is dit een zuurbase reactie?

1. Ja, O2- in BaO reageert als zuur, neemt H+ op.
2. Ja, O2- in BaO reageert als base, neemt H+ op.
3. Ja, O2- in H2O reageert als base, neemt H+ op.
4. Nee, dit is geen zuurbase reactie.

Leg uit of deze reactie een zuurbase reactie .

2 H2 + O2 -> 2 H2O

Leg uit of deze reactie een zuurbase reactie is.

Stappenplan zuurbase reacties

Stap 1: Schrijf op welke deeltjes aanwezig zijn.

• Sterk zuur: noteer H3O+ en negatieve ion los (H3O⁺ + Z^-)*
• Zwak zuur: notatie volledige zuur (HZ)*
• Bij zouten (basen): is het aanwezig als vaste stof of als oplossing? In het geval van een oplossing, noteer je de losse ionen.

Gebruik Binas 49 om te bepalen of de zuren sterk of zwak zijn.

* HZ is de algemene notatie van een zuur

Stappenplan zuurbase reacties

Stap 2: Zoek het sterkste zuur en de sterkste base

• Gebruik Binas 49
• Let op, vaste zouten staan niet in Binas 49! Check het negatieve ion (wat zal ontstaan na oplossen).

Stap 3: Geef de reactievergelijking

• Let op meerwaardige zuren/basen (overdracht van meer dan 1 H+).
• Instabiele zuur: koolzuur (H2CO3)  -> valt uiteen in CO2 en H2O

Voorbeeld: zwavelzuur + kaliumoxide

1. Deeltjes: (H3O⁺, SO₄^2-, K₂O

(zwavelzuur = sterk zuur, dus losse ionen; kaliumoxide = vast zout, dus volledige formule zout)

2. Sterkste zuur: H3O⁺, sterkste base: O^2- in K₂O  (molverhouding 2:1,)

3. Reactievergelijking: 

      2 H3O⁺ +  K2O   --> 2 K⁺ + 3 H₂O

Geef de reactievergelijking waarbij ammoniak reageert met salpeterzuur.

Geef de reactievergelijking waarbij een overmaat zoutzuur reageert met vast magnesiumcarbonaat.

YESSSS!

Klaar met herhalen/oefenen!

Aan de slag met de testopdrachten/ toepassingsopdrachten

en Hst 8.