Nederlands, 1h2

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek en leesboek 
  • Laptop 
  • Schrift
  • Pen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Boekpresentatie Jacob
  • Boekpresentatie Donna 
  • Nakijken opdracht 6 en 10 
  • Kennis opfrissen voornaamwoorden. 
  • Uitleg weektaak (it's Learning)
  • Aan de slag blz 148, opdracht 6 en 10 en verder in KERN  

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Lekker lezen 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 6 
6 a Bij, vanwege 
b Voor, door
c met, met, op
d Met, van, in
e Sinds, op, aan
f met, door 
g In, aan
h in, voor 
i Na,op
j  tussen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Het leerdoel bestaat uit puntjes. De leerlingen moeten het raden. Dit kun je doen door wat spullen van de leerlingen af te pakken, de leerling moet het terug vragen en daarna kan een vriend het terugvragen. goed benoemen dat je een pvnw altijd kunt vervangen door een eigennaam.

 De leerlingen komen daar vaak zelf ook achter als ze voor hun klasgenoot een voorwerp moeten terugvragen. Maar het is een handig ezelsbruggetje. komt het pers vnw en het bez vnw naar voren en kun je uitleg geven.

Waarom een voornaamwoord?
A. Tante had een boek aan Jan gegeven. Jan bedankte tante voor het boek. Tante vertelde Jan dat het boek erg leuk was.

B. Tante had een boek aan Jan gegeven. Hij bedankte haar voor het boek. Ze vertelde hem dat het erg leuk was. 


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grammatica woordsoorten

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
1. Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een mens, dier of ding.
2. Het persoonlijk voornaamwoord staat op de plek van het zelfstandig naamwoord.

Karin heeft aan Ellen de fiets van de jongen gegeven.
Zij heeft aan haar de fiets van hem gegeven. 

pers.vnw                 pers.vnw                             pers.vnw  

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
1. Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
2. Het bezittelijk voornaamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.
3. Het bezittelijk voornaamwoord staat op de plek van het lidwoord. 

Dit is jouw fiets, maar deze fiets is van mij. 

             bez. vnw                                                                       pers.vnw

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
  1. Maken opdracht  1 en 2 (blz. 142)
  2. Heb je een vraag? Steek je hand op.  Ik kom vanzelf bij je. 

timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk deze week 
Maken opdracht 6 en 10 vanaf blz 148 
 
In clusteruren: boekpresentatie en 
werken aan schrijfdossier !

Tot de volgende les en een fijne dag!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions