3H (woensdag 29 nov)

Hey there!

Recap hoofdstuk 2:
-Woorden (quizlet)
Irregular verbs (give 3 vorms) 
  -Bingo
Stones NL-> ENG (p.98 en p.114)
-Quiz
-The past perfect

  






1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hey there!

Recap hoofdstuk 2:
-Woorden (quizlet)
Irregular verbs (give 3 vorms) 
  -Bingo
Stones NL-> ENG (p.98 en p.114)
-Quiz
-The past perfect

  






Slide 1 - Diapositive

Bingo-onregelmatige werkwoorden
Ik ga  de verleden tijd of het voltooid deelwoord van een werkwoord  oproepen.
Jullie moeten de overeenkomstige basisvorm op hun bingo kaart vinden en markeren.
Het doel is om vijf gemarkeerde vakjes in een rij te krijgen (horizontaal, verticaal of diagonaal).

Wanneer een groep vijf vakjes op een rij gemarkeerd heeft, roepen ze 'Bingo!'.

Slide 2 - Diapositive

1. Ik wil graag een misdaad melden.

Slide 3 - Question ouverte

2. Ik ben op straat lastiggevallen.

Slide 4 - Question ouverte

3. Ik zag dat iemand werd bestolen in de sportschool.

Slide 5 - Question ouverte

4. Kunt u in detail beschrijven wat er gebeurd is?

Slide 6 - Question ouverte

5. Gisteravond merkte ik dat iemand zich verdacht gedroeg bij de achteruitgang van de sportschool.

Slide 7 - Question ouverte

6. Gisteren zagen we een meisje rondhangen bij de bushalte.

Slide 8 - Question ouverte

7. De jonge man droeg een mes en hij was erg agressief.

Slide 9 - Question ouverte

8. Enkele vandalen hebben het gebouw met graffiti bedekt.

Slide 10 - Question ouverte

9. Ik zag dat hij de sportschool binnen ging nadat hij het slot had beschadigd.

Slide 11 - Question ouverte

10. Ik merkte dat de jongeman ontsnapte nadat hij de deur had opengebroken.

Slide 12 - Question ouverte

Past perfect

Slide 13 - Diapositive

Tijdenwijzer: past perfect

Slide 14 - Diapositive

Vul de zinnen aan met de Past Perfect vorm van het werkwoord in haakjes
  1. By the time the police arrived, the thief (escape).
  2. She (not / do) her homework by the time the class started.
  3. They (see) all the evidence before the trial began.
  4. I (never / be) to Asia before my trip last year.
  5. When the teacher entered the room, the students (finish) their assignments.
  6. He (write) the report before the deadline passed.
  7. We (eat) dinner, so we weren't hungry.
  8. She (take) the keys before she left the house.
  9. The movie (start) by the time we got to the cinema.
  10. They (live) in that house for ten years before they decided to sell it.
timer
7:00

Slide 15 - Diapositive

Check your answers 
  1. By the time the police arrived, the thief had escaped.
  2. She had not done her homework by the time the class started.
  3. They had seen all the evidence before the trial began.
  4. I had never been to Asia before my trip last year.
  5. When the teacher entered the room, the students had finished their assignments.
  6. He had written the report before the deadline passed.
  7. We had eaten dinner, so we weren't hungry.
  8. She had taken the keys before she left the house.
  9. The movie had started by the time we got to the cinema.
  10. They had lived in that house for ten years before they decided to sell it.

Slide 16 - Diapositive

Learn for the upcoming test!
Be sure to work on your own and be quiet!
Stones NL-> ENG (p.98 and p.114)

-Vocabulary NL->ENG, ENG->NL (p.124)

-Irregular verbs (give 3 vorms) (p.229)

-Reading

-Grammar(Past Perfect, the prepositions of time and place, active and passive voice). (p.127)

If you are really confident you do not need to learn: take a book and do some reading!

Slide 17 - Diapositive