klas 1 Kap 2 wrd 1-4+Redemittel

Kap 2: wrd 1 -4 + Redemittel
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Kap 2: wrd 1 -4 + Redemittel

Slide 1 - Diapositive

Vertaal: de boerderij
A
der Baurhof
B
das bauerhof
C
der Bauernhof
D
die bauernhof

Slide 2 - Quiz

Vertaal: het rijtjeshuis
A
das Reihenhaus
B
die Wohnung
C
das Doppelhaus
D
die Villa

Slide 3 - Quiz

Vertaal: reiten
A
rijden
B
varen
C
strijden
D
paardrijden

Slide 4 - Quiz

Vertaal: het bos
A
das Wald
B
der Boss
C
der Wald
D
die Bosse

Slide 5 - Quiz

Vertaal: het flatgebouw

Slide 6 - Question ouverte

Ik woon in een dorp
A
Ich wone in ein Dorp
B
Ich wohne bei einem Dorf
C
Ich wohnst in einem Dorf
D
Ich wohne in einem Dorf

Slide 7 - Quiz

Vertaal : jouw ouders
A
deine Eltern
B
dein Elnter
C
deine Großeltern
D
du Eltern

Slide 8 - Quiz

Vertaal: die Zeit
A
de maaltijd
B
de tijd
C
de regel
D
het uur

Slide 9 - Quiz

Vertaal: de zee
A
See
B
das Meer
C
der See
D
die Sea

Slide 10 - Quiz

Vertaal: in het noorden
A
im Norden
B
in der Norden
C
im Noorden
D
in die norden

Slide 11 - Quiz

Vertaal: gekocht en gehuurd
A
gekocht und gemiet
B
gekauft und gemiet
C
gekauft und gemietet
D
gekocht und gemietet

Slide 12 - Quiz

paardrijden in het Duits

Slide 13 - Question ouverte

het dierenasiel in het Duits

Slide 14 - Question ouverte

tijd in het Duits

Slide 15 - Question ouverte

gemütlich in het Nederlands

Slide 16 - Question ouverte

het bos in het Duits

Slide 17 - Question ouverte

De lidwoorden 
Der = mannelijk      ( dagen/maanden/jaargetijden)
Die = vrouwelijk      ( woorden op - heit/keit/ung/schaft/e
das = onzijdig          ( woorden op chen/lein) 

Slide 18 - Diapositive


.........Dienstag
A
die
B
der
C
das

Slide 19 - Quiz

Mädchen
A
die
B
der
C
das

Slide 20 - Quiz

Freundschaft
A
die
B
der
C
das

Slide 21 - Quiz

Tiger
A
die
B
der
C
das

Slide 22 - Quiz

Tante
A
die
B
der
C
das

Slide 23 - Quiz

(ze)..........gibt 15 Liter Milch

Slide 24 - Question ouverte

(hij)............... ist 20 Jahre alt.
A
er
B
sie
C
es

Slide 25 - Quiz

(het)..........wiegt 10 Kilogramm.
A
er
B
sie
C
es

Slide 26 - Quiz

Schrijf in het Duits 210

Slide 27 - Question ouverte

666

Slide 28 - Question ouverte

25 in het Duits

Slide 29 - Question ouverte

92 in het Duits

Slide 30 - Question ouverte