P3 Mens en Activiteit

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

P3  Mens en Activiteit

Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3

Kinderopvang is een verzamelterm

- kinderdagverblijf: 0 - 4 jaar

- peuterspeelzaal: 2 - 4 jaar, voorbereiding basisschool

- bso: 4 - 13 jaar

- brede school: werkt samen met verschillende organisaties; peuterspeelzalen/sportinstellingen

- ikc: denken hetzelfde over opvang en onderwijs

Opvangcentra:

- Crisis; kinderen en jongeren, tijdelijk

- Vrouwenopvang; vaak bij huiselijk geweld

- Asielzoekcentra; vluchtelingen

- Dak- en thuislozen; dag- en nachtopvang of alleen nacht

Dagbesteding:

- activiteitencentra voor mensen die geen baan hebben; geeft ritme, doel op een dag

- medisch kinderdagverblijf

- centra voor dagbesteding; sociale en recreatieve activiteiten

- zorgboerderijen

Zorg:

- thuiszorg

- verzorgingshuis; zelfstandig wonen, mogelijkheid tot zorg

- verpleeghuis: 24 uur zorg, behandeling en toezicht

Doelgroepen:

Een doelgroep is een groep mensen die jij wil bereiken  -> zelfde leeftijd, hobby

Ontwikkelingsfasen:

0 - 2 jaar     baby en dreumes

2 - 4 jaar     peuter

4 - 6 jaar     kleuter

6 - 12 jaar    schoolkind

12 - 18 jaar   tiener

18 - 60 jaar  volwassen (18-35 jong, 36-60 volwassen)

60 - ouder  ouderen

Motoriek:

- grove motoriek: lopen, zwemmen, hinkelen

- fijne motoriek: kleien, puzzelen, schrijven

Fijne motoriek later dan grove motoriek

Geestelijke ontwikkeling:

- denken, geheugen, taal en spraak -> bijv. praten en lezen

Sociale ontwikkeling:

- omgang met mensen en omgaan met gevoelens en emoties -> samen spelen, omgaan met boosheid

Motorische ontwikkeling

0-3 mnd -> grijp-, zuig- en schrikreflex. na 1 mnd hoofd optillen, hoofd goed ondersteunen, spieren niet ontwikkeld

3-6 mnd -> alles pakken, omrollen van buik naar rug, op schoot zitten

6-12 mnd -> coördinatie oog-hand goed, zelf uit beker drinken, kruipen, zitten, staan, lopen

12-24 mnd -> loslopen, klimmen, fijne motoriek in ontwikkeling

3-4 jaar -> grove motoriek; springen, traplopen, hinkelen. Fijne; vormen en poppetjes tekenen, puzzel maken, papier knippen

5-6 jaar -> grove motoriek; tijdens rennen ook draaien, springen met aanloop. Fijne motoriek; rijgen, inschenken, vouwen

6-9 jaar -> alles wordt verfijnder, schrijven, veters strikken, touwtje springen

9-12 jaar -> goede uithoudingsvermogen

12-18 jaar -> soms wat verstoorde motoriek

Lichamelijke en zintuiglijke beperking:

Lichamelijk: een lichaamsdeel werkt niet zoals het zou moeten

Zintuiglijk: zintuigen werken niet of onvoldoende

Ken je doelgroep:

Heterogeen: verschillende eigenschappen

Homogeen: dezelfde eigenschappen