Theme 4 grammar 12 future

Which verbs can you use to talk about the future?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Which verbs can you use to talk about the future?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
  • Herkennen wanneer je welk werkwoord voor de future gebruikt.

  • Bepalen wanneer je de future moet toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive




I'm going to play an important match today.


There will be sunshine this weekend.
Er zijn verschillende manieren om de future aan te geven:

to be going to + hele werkwoord



will + hele werkwoord
FUTURE

Slide 4 - Diapositive

to be (not) going to + hele werkwoord(1)
Deze vorm van de future gebruik je als je wilt aangeven dat je iets van plan bent om te gaan doen. 

I'm going to visit my niece next week.
Benji's going to buy new trainers.
We aren't going to watch that film again.

Slide 5 - Diapositive

to be (not) going to + hele werkwoord(2)
Je gebruikt deze vorm ook als je een voorspelling wilt doen waar je bewijs voor hebt.

Oh no! She's going to fall off her bike!
It isn't going to snow today. It is hot outside.
Look at those clouds! It's going to rain!

Slide 6 - Diapositive

Vragend maken:
Am, are, is vooraan de zin zetten:

Is it going to snow today?

Slide 7 - Diapositive

will(not)+hele werkwoord (1)
Je gebruikt will(not) +hele werkwoord om iets aan te bieden, bij beloftes, aankondigingen en besluiten.

the match will start in a few minutes.
They will not buy a new house.

Slide 8 - Diapositive

will(not)+hele werkwoord(2)
je gebruikt will(not) + hele werkwoord ook als je een voorspelling doet waar je geen bewijs voor hebt.

I think we will win the match tomorrow.
You will probably win first prize.
Chloe will become a doctor.

Slide 9 - Diapositive

Vragend maken:
Will vooraan in de zin zetten.
LET OP!! Bij I en We gebruik je SHALL

Slide 10 - Diapositive

EXTRA
Je kunt will not ook afkorten met: 
  • won't

Slide 11 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een goede zin in de Future Tense!

Slide 12 - Question ouverte

Fill in:
Susan _________ watch tennis tonight.

Slide 13 - Question ouverte

Maak vragend:
Susan is going to watch tennis tonight

Slide 14 - Question ouverte

Fill in:
I _________ walk the dog this afternoon.

Slide 15 - Question ouverte

Maak vragend:

I'm going to walk the dog this afternoon.

Slide 16 - Question ouverte

Fill in:
I hope it _______ be a sunny day!

Slide 17 - Question ouverte

Maak vragend:
It will be a sunny day.

Slide 18 - Question ouverte

Fill in:
We __________ ask the teacher for help.

Slide 19 - Question ouverte

Maak vragend:
We are going to ask for help.

Slide 20 - Question ouverte

Fill in:
Mick ______ (not) see that film tonight.

Slide 21 - Question ouverte

Evaluatie


Probeer eens  samen te vatten 
wat je zojuist geleerd hebt.

Slide 22 - Diapositive

maken taak:
Th4 Grammar J27-J28

In je online boek

Slide 23 - Diapositive