H3 spelling koppelteken

Spelling: Ik kan een koppelteken en weglatingsstreepje correct gebruiken.
startopdracht en filmpje kijken spelling H3 koppelteken en weglatingsstreepje
Groene blok (ook in deze lessonup)
Deze lessonup doornemen
Nederlands
Maak opdracht 1 t/m 5 online


Kan ik nu een koppelteken en weglatingsstreepje correct gebruiken? 

Leesboek elke les mee!

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling: Ik kan een koppelteken en weglatingsstreepje correct gebruiken.
startopdracht en filmpje kijken spelling H3 koppelteken en weglatingsstreepje
Groene blok (ook in deze lessonup)
Deze lessonup doornemen
Nederlands
Maak opdracht 1 t/m 5 online


Kan ik nu een koppelteken en weglatingsstreepje correct gebruiken? 

Leesboek elke les mee!

Slide 1 - Diapositive

eerst:
Startopdracht maken
filmpje kijken

Slide 2 - Diapositive

antwoord startopdracht
Sommige woorden zijn lastig te lezen, doordat je niet kunt zien waar een nieuwe lettergreep begint. Met een streepje (koppelteken) kun je dat oplossen.
a auto-onderdeel – een koppelteken omdat je anders ‘toon’ kunt lezen
autoband – geen koppelteken nodig
auto-expert – koppelteken omdat je anders ‘oe’ kunt lezen
b meeademen – er is geen koppelteken nodig voor de uitspraak
mee-eten – koppelteken om duidelijk te maken waar een nieuwe lettergreep begint
meebeleefd – geen koppelteken nodig
c skistok – geen koppelteken nodig
ski-evenement – een koppelteken omdat je anders ‘ie’ kunt lezen
ski-jas – een koppelteken omdat je anders ‘ij’ kunt lezen
d mango-ijs – koppelteken omdat je anders ‘oi’ kunt lezen
schepijs – geen koppelteken nodig
chocolade-ijs – een koppelteken omdat je anders ‘ei’ kunt lezen.

Slide 3 - Diapositive

Wat valt je op aan volgende zinnen?
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.

Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 

Ik heb posters van filmhelden en filmpersonages op mijn kamer.

Slide 4 - Diapositive

Weglatingsstreepje
Dinsdagavond en woensdagavond ga ik sporten.
Fietsvakanties, werkvakanties en taalvakanties zijn best populair. 
Ik heb posters van filmhelden en filmpersonages op mijn kamer.

Samengestelde woorden. Soms kun je een deel vervangen door een weglatingsstreepje. 


Slide 5 - Diapositive

Dan krijg je:

Dinsdag- en woensdagavond ga ik sporten.


Fiets-, werk- en taalvakanties zijn best populair.


Ik heb posters van filmhelden en -personages op mijn kamer.

Slide 6 - Diapositive

Noteer het weglatingsstreepje op de juiste plek:

wielerwedstrijden en hardloopwedstrijden

Slide 7 - Question ouverte

Nog eens:
wiellengte of neuslengte

Slide 8 - Question ouverte

Kijk eens naar de volgende woorden:

radioomroep

autoongeluk

70jarige

%teken

NoordNederland

haatliefdeverhouding

Slide 9 - Diapositive

En nu:

radio-omroep

auto-ongeluk

70-jarige

%-teken

Noord-Nederland

haat-liefdeverhouding

Slide 10 - Diapositive

Theorie: Je gebruikt het koppelteken (uit het boek)
  •  in samenkoppelingen, die anders onoverzichtelijk worden: 
– kant-en-klaarpakket, doe-het-zelver;


  • in samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde ‘botsende klinkers’, zoals: aa, ai, au, ii, oe, oo, ou, ui: 
– radio-uitzending, na-apen, havo-opleiding (maar: cameraopstelling, miniuitvoering);


  • bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en St of Sint: 
– S-bocht, A4-formaat, @-teken, Sint-Maarten (maar als je een afkorting zonder hoofdletters als woord uitspreekt, komt er geen koppelteken: havodiploma, viproom, pinautomaat);

Slide 11 - Diapositive

Theorie: Je gebruikt het koppelteken
  • bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn:
– Zuid-Spanje, Noord-Afrikaan;

  • in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-: 
– leerling-verpleegster, ex-roker, oud-voorzitter;

  • als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft: 
– on-Hollands, pro-Amerikaans;

  • in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden: 
– zwart-wit, hotel-restaurant.

Slide 12 - Diapositive

Je gebruikt het weglatingsstreepje


  • als je een deel van een woord weglaat:
– in- en uitvoer (invoer en uitvoer), jongensjassen en -petten (jongensjassen en jongenspetten).

Let op: gebruik geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat: dure en goedkope oorbellen.

Slide 13 - Diapositive

Wat is juist?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 18 - Quiz

En dan nog dit:


Wat is het verschil?

grotejongensbroek
grote jongensbroek

langeafstandsloper
lange afstandsloper

Slide 19 - Diapositive

grotejongensbroek- een broek voor grote jongens
grote jongensbroek- een grote broek voor jongens

langeafstandsloper
- een loper die lange afstanden loopt
lange afstandsloper- een afstandsloper die lang is

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag:
Maak opdracht 1 t/m 5
Nakijken en verbeteren
Werk laten zien

Slide 21 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 1
1 politieacademie
2 studieavond
3 rijexamen
4 domino-effect
5 gala-avond
6 televisieantenne
7 auto-ongeval
8 koffie-uurtje

Slide 22 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 2
1 Oost-Europees
2 $-teken
3 non-actief
4 aspirant-verkoper
5 intakegesprek
6 half-om-half
7 antiroker
8 havoleerling

Slide 23 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 3
1 keel-, neus- en oorarts
2 rode en witte rozen
3 pro-Deoadvocaat
4 huis-aan-huis
5 aan-en-uitknop
6 audiovisueel
7 hoofd- en zijstraten
8 kerstbomen en -ballen

Slide 24 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 4
1 Viezeluierzakjes zijn zakjes voor vieze luiers;
vieze luierzakjes zijn luierzakjes die vies zijn.
2 Een blauweverfpot is een pot met blauwe verf;
een blauwe verfpot is een verfpot die blauw is.
3 Een grotestadsbewoner is een bewoner van een grote stad;
een grote stadsbewoner is een stadsbewoner die groot is.

Slide 25 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 5
1 Tijdens de openingsceremonie droeg Izak een keurig jacquet.
2 De regels omtrent hygiëne worden in de horeca regelmatig openlijk overtreden.
3 Deze theatervoorstelling op basis van een oude legende is door Ivo geregisseerd.
4 In een hiërarchische organisatie is de ene functie belangrijker dan de andere.
5 In Nieuwsuur vertelt de journalist iets te enthousiast over de kabinetsplannen.
6 De vogelspotters observeerden haviken, maar ook kieviten en leeuweriken.

Slide 26 - Diapositive

antwoorden
Opdracht 6*
1 oud-sportman
2 kei- en keihard
3 krantenkop en koffiekop
4 televisiefilms en -documentaires
5 autobussen en brievenbussen

Slide 27 - Diapositive