Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
1 / 35
suivant
Slide 1:
Vidéo
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Weet je het nog?
lw (lidwoorden) - de - het - een
znw (zelfstandig naamwoorden)
- mensen - dieren - planten - dingen - eigen namen
- je kan er een lidwoord voor zetten
bijvoorbeeld
kast - tas - boom - mond - gitaar - Amsterdam - Rijn - brood - tuin - docent - leerling - saus
Slide 2 - Diapositive
leerdoel van deze week
Aan het einde van de lesweek kan ik bijvoeglijke naamwoorden in ten miste 8 van de 10 zinnen herkennen en benoemen.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 4 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
boodschappen doen
C
wekker
D
staan
Slide 5 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
schaakbord
B
warme
C
uiteindelijk
D
hij
Slide 6 - Quiz
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Ik loop elke dag naar de bakker
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Hij werd in de ochtend gewekt.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Utrecht is een hoofdstad .
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het lidwoord (lw) en/of zelfstandig naamwoord(zn) in de zin:
Is dit een oefening?
Slide 10 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 11 - Diapositive
woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (zn)
Bijvoorbeeld:
De jongen | draagt | een jas
De
nieuwe
jongen | draagt | een
leren
jas. |
nieuwe
en
leren
zijn bijvoeglijke naamwoorden (bn)
de jongen is nieuw de jas is van leer
Slide 12 - Diapositive
Oefenen met
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Schijf steeds het bijvoeglijk naamwoord op.
Slide 13 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
Slide 14 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zij heeft een gloednieuwe fiets gekregen.
gloednieuwe is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
De fiets is gloednieuw
Slide 15 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Er zit een stevig slot op.
Slide 16 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Er zit een stevig slot op.
'stevig' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'slot'
het slot is stevig
Slide 17 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Het lijkt mij een dure fiets
Slide 18 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Het lijkt mij een dure fiets
'dure' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'fiets'
de fiets is duur
Slide 19 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) in de zin:
De gebakken aardappels zijn op.
Slide 20 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw)
De gebakken aardappels zijn op.
'gebakken' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'aardappels'
de aardappels zijn gebakken
Slide 21 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bn) in de zin:
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
Slide 22 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn)
Heb jij mijn blauwe sportbroek gezien?
'blauwe' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'sportbroek'
de sportbroek is blauw
Slide 23 - Diapositive
woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets over het zelfstandig naamwoord (znw)
Bijvoorbeeld:
De jongen | draagt | een jas
De
nieuwe
jongen | draagt | een
leren
jas. |
nieuwe
en
leren
zijn bijvoeglijke naamwoorden (bnw)
de jongen is nieuw de jas is van leer
Slide 24 - Diapositive
Oefenen met
bijvoeglijk naamwoord (bn)
Schijf steeds nu het bijvoeglijk naamwoord én het zelfstandig naamwoord op.
Slide 25 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Wij maken lange wandelingen.
Slide 26 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Wij maken lange wandelingen.
wandelingen is het zelfstandig naamwoord : de wandelingen
'lange' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'wandelingen'
de wandelingen zijn lang
Slide 27 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
In het donkere bos is iemand overvallen.
Slide 28 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
In het donkere bos is iemand overvallen.
bos is het zelfstandig naamwoord : het bos
'donkere' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'bos'
het bos is donker
Slide 29 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Zij maakte de mooiste foto's
Slide 30 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Zij maakte de mooiste foto's.
foto's is het zelfstandig naamwoord : de foto's
'mooiste' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'foto's'
de foto's zijn de mooiste
Slide 31 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Vanavond bekijk ik een spannende film.
Slide 32 - Question ouverte
uitleg bijvoeglijk naamwoord (bnw) en zelfstandig naamwoord
Vanavond bekijk ik een spannende film.
film is het zelfstandig naamwoord : de film
'spannende' is het bijvoeglijk naamwoord (bnw)
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord 'film'
de film is spannend
Slide 33 - Diapositive
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Wat een heerlijk broodje was dat!
Slide 34 - Question ouverte
Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord in de zin:
Dit was een eenvoudige oefening
Slide 35 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Les 2 en 3: Grammatica bijvoeglijk naamwoord
il y a 13 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
Novembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 4 Grammatica 4.7 2BK
Mars 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naawoord en bijwoord
Mai 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
Janvier 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Les 1: nakijken OT en Sp. H3 | instaptoets | uitleg lw, znw, bnw en ww
Février 2019
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
2BK Grammatica woordsoorten (ww - lw - znw - bnw - vz)
Janvier 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordsoorten H2 bn
Mars 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1